Neemt God wraak??

Een tijdje geleden schreef ik het topic ‘de wraak van God’. Daarop ontving ik een email van iemand die moeite had met die titel. De schrijver geloofde niet dat God wraak zal nemen, notabene op Zijn eigen schepping! Echter: als je niet gelooft dat de Here God Zich wreken zal op wat Hij Zelf schiep, dan geloof je niet wat in de Bijbel staat.

Waarom is ons beeld van God onvolledig?

Het beeld wat wij hebben van de Here God is dat van de barmhartige Vader. Zo kennen wij Hem. Maar de Here God is niet alleen barmhartigheid en liefde; Hij is eveneens een verterend vuur! (deuteronomium 4:24, Hebreeën 12:29) De Bijbel zegt zelfs: “Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!” Hebreeën 10:31

”Zie, de naam des Heren komt van verre; zijn toorn brandt en een zware rook stijgt op, zijn lippen zijn vol gramschap, zijn tong is als een verterend vuur; Zijn adem is als een overstromende beek, die tot de hals reikt; om volken te schudden in de zeef van verderf, terwijl een bit dat doet dwalen, tussen de kaken der natien ligt.” Jesaja 30:27-28

De wraak van God

De Bijbel spreekt van Gods barmhartigheid, maar zeker ook vaak over de wraak die de Here God zal nemen op de onberouwelijke mens.

”En Ik zal in toorn en gramschap wraak oefenen over de volkeren die geen gehoor gegeven hebben.” Micha 5:15

”Want de Here, uw God, is een naijverig God in uw midden; opdat de toorn van de Here, uw God, niet tegen u ontbrande en Hij u van de aardbodem verdelge.” deuteronomium 6:15

Er zijn heel veel Bijbelteksten die spreken over Gods wraak, Zijn oordeel:

Jeremia 25:33 – numeri 11:1,10,33 numeri 12:9 – numeri 22:20 – numeri 25:3,4 – numeri 31:3 – numeri 32:10,13,14 – deuteronomium 1:34 – deuteronomium 7:4 – deuteronomium 9:7,8,19,20 – deuteronomium 11:17 – deuteronomium 13:17 – deuteronomium 29:20,23,24,27,28 – deuteronomium 31:17 -deuteronomium 32:22,35,41,43 – jozua 7:1,26 – jozua 23:16 – richteren 2:14,20 – richteren 3:8 – richteren 10:7 – 2 samuel 6:7 – 2 samuel 22:8 – 2 samuel 24:1 – psalm 99:8 – Jesaja 1:24 – Jesaja 61:2 – Jesaja 66:15-16 – Jeremia 11:20 – Jeremia 20:12 – Jeremia 46:10 Jeremia 50:15,28 – Jeremia 51:11,36 – Ezechiël 25:14,17 – Mattheus 3:7 – Johannes 3:36 – Romeinen 1:18 – Romeinen 2:5,8 – Romeinen 3:5 – Romeinen 12:19 – Efeziërs 5:6 – Kolossenzen 3:6 – Hebreeën 10:30 – Openbaring 11:18 – Openbaring 14:9,10 – Openbaring 16:19

”Want de Here houdt een dag van wraak, een jaar van vergelding in Sions rechtsgeding.” Jesaja 34:8

”Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen.” Jesaja 35:4

De Here God neemt dus wraak, maar de Heer Jezus dan? De goede Herder?

Hetzelfde geldt uiteraard voor de Heer Jezus. Hij was liefdevol en genadevol en Hij sprak over vergeving. Maar vaker nog sprak Hij over de hel. Om de mensen te waarschuwen hun zonden te laten vergeven, zodat zij niet in de hel geworpen zouden worden. En de eindtijd is een periode van Gods wraak, maar die wordt deels door de Heer Jezus Zelf uitgevoerd:

”Wie is het, die van Edom komt, in helrode klederen van Bosra, die daar praalt in zijn gewaad, fier voortschrijdt in zijn grote kracht? Ik ben het, die in gerechtigheid spreek, machtig om te verlossen. Waarom is dat rood aan uw gewaad, en zijn uw klederen als die van iemand die de wijnpers treedt? (de klederen van de Heer Jezus zijn rood van bloed) Ik heb de pers alleen getreden en van de volken was niemand bij Mij, Ik trad hen in mijn toorn en vertrad hen in mijn grimmigheid; toen spatte hun bloed op mijn klederen en ik bezoedelde mijn ganse gewaad. Want een dag van wraak had Ik in de zin en het jaar van mijn verlossing was gekomen. En Ik zag rond, maar er was geen helper; Ik ontzette Mij, maar niemand bood steun. Toen verschafte mijn arm Mij hulp en mijn grimmigheid ondersteunde Mij. En Ik vertrapte volken in mijn toorn, maakte hen dronken in mijn grimmigheid en deed hun bloed ter aarde stromen.” Jesaja 63:1-6

Ook hier zien we zowel de Here God als de Heer Jezus als schrikwekkend oordeel:

“..en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?” Openbaring 6:16,17

”En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen.”

Openbaring 19:15

En de duivel dan?

De vraagsteller sprak over de grote veroorzaker van de zonde, de duivel of de satan en hij nam aan dat de wraak van God uitsluitend de satan zal betreffen; niet de mens. Zoals we gelezen hebben klopt dat beeld niet. Maar uiteraard zal Gods toorn over de boze nog veel verschrikkelijker zijn dan Zijn toorn over de mens die zich niet wilde bekeren:

“…en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.” Openbaring 20:10

Onze lieve Heer

Ooit hoorde ik iemand bidden tot ‘onze lieve Heertje’.. Wij, als kinderen van God, kennen inderdaad Zijn liefde en barmhartigheid, maar laten we niet de fout maken Hem als zo begripvol te zien als zou Hij alles door de vingers zien. Elke zonde zal uiteindelijk worden bestraft. De vraag is wie die straf draagt: de mens zelf of –door genade- de Heer Jezus Christus!





Reacties zijn gesloten.