De laatste Aliyah


“een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied. De man, die niet luistert naar de woorden welke hij in mijn naam spreken zal, van die zal Ik rekenschap vragen.” Deuteronomium 18 vers 18-19

De afwijzing

Israël heeft zo’n tweeduizend jaar geleden als een natie en volk uit koppigheid en hardnekkigheid haar Messias verworpen. Het gevolg hiervan was dat hun Messias hen verliet bij de hemelvaart en dat Hij pas zal terugkomen als het Joodse volk Hem roept met de woorden: Gezegend Hij, Die komt in de Naam des Heren! Matteus 23 vers 39 De aankondiging hiervan lezen we in het Oude Testament in Hosea 5 vers 15 “Ik zal heengaan, Ik wil wederkeren naar mijn plaats, totdat zij zich schuldig gevoelen en mijn aangezicht zoeken; wanneer het hun bang te moede is, zullen zij verlangend naar Mij uitzien.”

Bekering van het individu

Hiermee is de situatie niet hopeloos voor de individuele Joodse man of vrouw. Want de Here God, Die het hart aanziet, verlangt naar hun terugkeer. “De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig”. Jesaja 55 vers 7

Bijeenbrengen van het gehele volk Israël

Op dit moment zijn de stammen Juda en Benjamin vanuit de ballingschap teruggekeerd in Israël en is de situatie ongeveer zoals in de tijd dat de Heer Jezus op aarde was. Maar de Here God heeft beloofd dat alle stammen terug zullen keren vanuit hun landen. Velen van hen zijn opgegaan in de heidense volkeren waarheen zij gegaan zijn, maar toch keren zij nu ook al, zij het mondjesmaat, terug naar Israël, zoals de stam Manasse die terugkeert uit India, stammen uit Ethiopië en Zimbabwe, en verder stammen uit Rusland, China en Japan. Uit alle werelddelen komen de nakomelingen van de verloren stammen. Maar nog niet massaal. Dat zal echter wel gaan gebeuren. Heel Israël, alle twaalf stammen, zal compleet worden verenigd. In Ezechiël 39 (lees de verzen 25-29) lezen we ondermeer dat de Here God zegt: “..Ik zal Mij ontfermen over het gehele huis Israëls, zonder dat Ik iemand van hen daarginds achterlaat” In Jeremia 23 vers 3 lezen we: “En Ik zal de rest van mijn schapen verzamelen uit al de landen waarheen Ik ze heb verdreven, en Ik zal ze doen wederkeren naar hun weiden, en zij zullen vruchtbaar zijn en zich vermeerderen.” En in Micha 2 vers 12: “Voorzeker zal Ik u, o Jakob, in uw geheel bijeenbrengen, voorzeker vergaderen het overblijfsel van Israël. Ik zal hen bijeenbrengen als schapen in een kooi, als een kudde in het midden der weide. Het zal er gonzen van mensen.”

[note]

De HEER richtte zich tot mij: “Mensenkind, neem een stuk hout en schrijf daarop: ‘Juda, en de Israëlieten die bij hem horen.’ Neem dan nog een stuk hout en schrijf daarop: ‘Jozef’ – dat is het stuk hout van Efraïm – ‘en heel het volk van Israël dat met hem verbonden is.’ Voeg die twee samen tot één geheel, zodat ze in je hand één stuk hout vormen. En als je volksgenoten je vragen: ‘Wil je ons vertellen wat je hiermee bedoelt?’ zeg dan: ‘Dit zegt God, de HEER: Ik neem het stuk hout van Jozef – dat van Efraïm dus – en van de stammen van Israël die met hem verbonden zijn, en ik leg dat tegen het stuk hout van Juda aan. Ik maak er één stuk hout van, in mijn hand zullen ze één worden. De stukken hout waarop je geschreven hebt, moet je duidelijk zichtbaar in je hand houden, en dan zeggen: ‘Dit zegt God, de HEER: Ik haal de Israëlieten weg bij de volken waar ze terechtgekomen zijn, ik zal ze overal vandaan bijeenbrengen en ze naar hun land laten terugkeren. Ik zal één volk van hen maken in het land en op de bergen van Israël, en één koning zal over hen allen regeren.

Ezechiël 37 vers 16-22a

Ezechiël 37 vers 16

[/note]

De samenkomst in de woestijn

Halverwege de grote verdrukking zal het moment komen waarvoor de Heer Jezus het Joodse volk waarschuwde . Hen werd dringend aangeraden om, zodra zij (diegenen die in Judea zijn) de gruwel der verwoesting op de heilige plaats zien staan, te vluchten naar de bergen. Zij, die kunnen vluchten, zullen door de Here God worden bewaard in de wildernis, zoals Hij dat deed ten tijde van Mozes. “Zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here HERE, met sterke hand, met uitgestrekte arm en met uitgestorte grimmigheid zal Ik over u heersen. Ik zal u voeren uit het midden der volken en u bijeenbrengen uit de landen waarin gij verstrooid zijt, met sterke hand, met uitgestrekte arm en met uitgestorte grimmigheid. Ik zal u brengen naar de woestijn der volken en daar met u in het gericht treden, van aangezicht tot aangezicht. Zoals Ik met uw vaderen in het gericht getreden ben in de woestijn van het land Egypte, zo zal Ik ook met u in het gericht treden, luidt het woord van de Here HERE. Ik zal u onder de herdersstaf doen doorgaan en u brengen in de band van het verbond”. Ezechiël 20 vers 33-37

De zuivering

Wij lezen hier dat de Here God met Israël in het gericht treedt. Net zoals zo’n 3.500 jaar geleden, toen Israël werd uitgeleid uit Egypte, zal de Here God Zijn volk zuiveren. De weerspannigen die het gouden kalf aanbaden; de opstandigen die water eisten en niet geloofden dat de Here God voor hen zorgde alsmede de bange ongelovige mensen die het beloofde land niet in dorsten gaan vanwege de reuzen: geen van hen is ooit het beloofde land binnengegaan. Hun lichamen bleven achter in de woestijn.

Israël in de woestijn



De laatste Aliyah, het gehele volk Israël verenigd

Toch, aan het einde van de grote verdrukking, als de Heer Jezus terugkomt, zijn nog niet alle kinderen Israëls teruggekeerd. Velen leven dan nog als overlevenden van de grote verdrukking in de landen waar hun families al eeuwen leefden en velen zullen zelfs onwetend zijn van hun afstamming als Israëliet. Maar de Here God kent hen! En ook zij zullen worden opgehaald uit hun land en gebracht worden in de woestijn; deze in heidense landen levende leden van de tien stammen (die zijn besmet met alle heidense gebruiken van dat land) zullen naar Israël terugkeren en daar gereinigd worden. Ook zij zullen worden gezift om te zien of zij het land Israël mogen ingaan en ook uit hun midden zullen er ongelovigen en weerspannigen zijn, wier lichamen in het zand van de woestijn achter zullen blijven.

“Ik zal de weerspannigen uit u uitschiften en hen die tegen Mij overtreden hebben; wel zal Ik hen leiden uit het land waarin zij als vreemdelingen vertoeven, maar in het land van Israël zullen zij niet komen. En gij zult weten, dat Ik de HERE ben”. Ezechiël 20 vers 38

Een klein deel

Niet het hele volk Israël, door de Here bijeengebracht en verzameld, zal dus het land Israël beërven. Slechts een derde deel, een “overblijfsel”, zal uiteindelijk geschikt bevonden worden om Gods heilige, reine volk te zijn. “Dat derde deel zal Ik in het vuur brengen, en Ik zal hen smelten, zoals men zilver smelt, ja hen louteren, zoals men goud loutert. Zij zullen mijn naam aanroepen en Ik zal hen verhoren. Ik zeg: Dat is mijn volk; en zij zullen zeggen: De HERE is mijn God.” Zacharia 13 vers 9

Gods volk!

Dan zijn zij weer helemaal Gods Volk, wat door de heidense volken zal worden gevraagd: “vertel ons meer van uw God!!”. Zacharia 8 vers 23 “In die dagen zullen tien mannen uit volken van allerlei taal vastgrijpen, ja vastgrijpen de slip van een Judeese man, en zeggen: wij willen met u gaan, want wij hebben gehoord, dat God met u is.” Het volk Israël zal een compleet rein volk zijn en de Here God zal hen een nieuwe geest in hun binnenste geven. “Ik zal u weghalen uit de volken en u bijeenvergaderen uit alle landen, en Ik zal u brengen naar uw eigen land; Ik zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen; een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt.” Ezechiël 36 vers 24-27



[warning]

Niet langer zal het verloste Joodse volk haar vertrouwen in de Tora stellen (de wet, geschreven in de tabellen van steen) maar ze zullen Zijn Wet geschreven hebben in hun hart door Zijn Heilige Geest! Glorie aan God! Halleluja! Loof de Heer!

[/warning]



[note]

“Volken, luister naar het woord van de HEER,
maak het op de verste eilanden bekend:
Hij die het volk van Israël verstrooid
heeft, brengt het ook weer bijeen.
Hij hoedt het zoals een herder zijn kudde.
De HEER heeft Jakob verlost
en uit de hand van zijn overheersers vrijgekocht.
Zingend trekken zij naar de hoogten van Sion,
stralend van vreugde om de goede gaven van de HEER,
om het koren, de most en de olie, de schapen en de runderen.
Ze voelen zich als een besproeide tuin die het nooit aan water ontbreekt.
Dan dansen de meisjes van vreugde;
de mannen doen mee, jong en oud.
Hun droefheid verander Ik in blijdschap,
Ik troost hen en geef hun vreugde na verdriet.”

Jeremia 31 vers 10-13[/note]

Geef een reactie