de eerste komst
|
de tweede komst
|
Christus komt om zondaren te redden (Johannes 3:17, 1 Timoth. 1:15) |
Christus komt om zondaren te oordelen (2 Tess. 1:7-9) |
Christus vergoot Zijn bloed (Handelingen 20:28, Romeinen 3:25 |
Christus vergiet het bloed van Zijn vijanden (Openb. 14:14-20, Jesaja 63:1-6) |
Christus reed nederig op een ezel (Mattheus 21:2-6) |
Christus berijdt als Overwinnaar een wit paard (Openb.19:11) |
de duivel liet Jezus vastbinden (Marcus 15:1) |
Christus bindt de duivel (Openb. 20:2) |
Jeruzalem werd verwoest (Mattheus 24:2, 70 na Christus) |
Babylon wordt vernietigd (Openb. 18:2) |
Jezus als Lam van God (Johanned 1:29) |
Jezus is de Leeuw van Juda (Openb. 5:5) |
Jezus verworpen door de Joden, maar ontvangen door de heidenen (Handelingen 28:26-28, Romeinen 11:11) |
Jezus wordt aangenomen door de Joden (Hosea 6:1-2, Lucas 13:35) |
Jezus weigerde de koninkrijken van deze wereld (Lucas 4:5-8) |
Jezus bestuurt de koninkrijken van deze wereld (Openb. 11:15) |
Jezus vestigde een geestelijk koninkrijk (Romeinen 14:17) |
Jezus vestigt een koninkrijk op aarde (Openb. 11:15, Daniël 2:44) |
De koning der Joden werd gekruisigd (Mattheus 27:37) |
De Koning der koningen regeert (Openb. 19:16) |
Christus ontvangt een kroon van dorens (Mattheus 27:29) |
Christus ontvangt vele kronen (Openb. 19:12) |
Jezus lag in een kribbe (Lucas 2:7) |
Jezus zit op de Troon (Lucas 1:32-33, Openb. 3:21, Openb. 7:17) |