Zes oordelen

Jesaja 5 begint met een prachtig lied: het lied van de wijngaard. Daarin bezingt de Here God Zijn plan met Israël en Zijn verlangen dat dit volk vrucht zal dragen. Israël faalde en we lezen zes ‘weeën’ in dit hoofdstuk. Gevolgen van hun falen.

Als gemeente van Christus zijn wij als wilde loot geënt op de edele olijf. (Romeinen 11) ‘De edele olijf’ is Israël en daarvan zijn takken weggebroken door hun ongehoorzaamheid. Als God dit al doet met Israël, zou Hij dit niet doen met Zijn gemeente? Vers 20-21 Wees niet hoog-moedig, maar vrees! Want indien God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, Hij zal ook u niet sparen. Ook wij dienen te gehoorzamen; te leven zoals God dat van ons wil. Waarom?

vrucht dragen

Vaak blijven wij Christenen steken in onze behoudenis. Belangrijk uiteraard, maar God wil dat wij vrucht dragen. Waarom zou God ons enten op de olijf als wij toch geen vrucht zouden dragen? Dus als wij geen vrucht dragen lopen wij risico’s!

[warning]

Spreek ik hier nu over
behoudenis door werken?
Nee
.

[/warning]

Romeinen 11: 6 Indien het nu door genade is, dan is het niet meer uit werken; anders is de genade geen genade meer. De genade heeft ons behouden; laten wij uit diepe dankbaarheid en liefde zorgen goed geënt te zijn om vrucht te kunnen dragen. Laten we daarom kijken naar Israël, ons voorbeeld. Waar faalden zij?

Wee 1: verdienen over de rug van een ander

Wee hun die huis aan huis voegen, akker aan akker trekken, totdat er geen plaats meer is, en gij alleen de gezeten lieden zijt in het land. (Gevolg:) De HERE der heerscharen sprak tot mij: Voorwaar, vele huizen zullen verwoest worden, grote en schone zonder bewoner zijn; want tien juk wijngaard zullen slechts één bath opleveren en een homer zaaikoren zal slechts een efa opleveren.

gedwongen verkoop: wie verdient er aan?

Wie doen dat? Huis aan huis voegen? Hun bezittingen steeds maar vermeerderen? In deze wereld zijn er velen die zich verrijken ten koste van anderen. De eerste zin schetst hoe de rijke rijker wordt en de arme steeds armer. In Leviticus 25 vers 17 gebiedt God echter: Gij zult elkander niet benadelen, maar voor uw God vrezen, want Ik ben de Here uw God.


Als mensen dit gebod overtreden blijft dit niet zonder gevolgen: Een juk is een oppervlaktemaat en 1 juk is ongeveer een halve hectare. 5 hectare wijngaard leverde dus 1 Bath – 22 liter wijn. (Bath is een maat voor natte waren en gelijk aan de efa, de maat voor droge waren, ook 22 ltr.) De homer was tien maal zo veel. Dit betekent dat 220 ltr zaaigoed maar 22 ltr opbrengt, dus slechts een tiende aan vrucht!!! Hongersnood!

Wee 2: een Goddeloos leven

Wee hun die reeds des morgens vroeg bedwelmende drank zoeken; die laat in de nacht opblijven, terwijl de wijn hen verhit. Dan bestaat hun feest in citer en harp, tamboerijn, fluit en wijn, maar op het doen des HEREN letten zij niet en het werk zijner handen zien zij niet. (Gevolg:) Daarom gaat mijn volk in ballingschap wegens gemis aan begrip, zijn edelen worden hongerlijders, en zijn menigte versmacht van dorst. Daarom doet het dodenrijk zijn keel wijd open en spert het zijn muil op, mateloos, zodat daarin verzinkt de luister van dit volk, zijn menigte, zijn gedruis en al wat daarin dartel is. Dan wordt de mens verlaagd en de man wordt vernederd, ook worden de ogen der hoogmoedigen vernederd.

Het tweede wee geeft inzicht hoever een mens komt als hij niet over zichzelf waakt, maar zich overgeeft in losbandig leven. Onrecht viert dan de boventoon en daar eren we God niet mee; integendeel, zegt ons Jesaja: de Here wordt geëerd door recht en heiligheid. God is volkomen licht en in Hem is geen duisternis! We lezen in Galaten 6 vers 7: .. dwaalt niet, God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.

Wee 3: spotternij

Wee hun die de ongerechtigheid tot zich trekken met koorden van valsheid en de zonde als met een wagentouw; die zeggen: Hij haaste Zich, Hij volvoere snel zijn werk, opdat wij het zien; het raadsbesluit van de Heilige Israëls nadere en kome, opdat wij het leren kennen.

Hier gaat het om bewuste zondaars, die maling hebben aan alles wat God heeft verboden. Ze gaan er dwars tegen in en ook hier kunnen wij een vergelijking vinden met Psalm 14 van David: De dwaas zegt in zijn hart: er is geen God. Het gaat hier om spotters; dwazen, zoals David zegt. Ze zeggen zelfs: Laat God maar komen met zijn oordelen opdat wij het leren kennen. Nu, dat zullen ze zeker leren kennen, want Psalm 14 vers 5 zegt over hen: Daar overvalt hen de schrik, want God is bij het rechtvaardig geslacht. Daar horen de spotters niet bij; ze zijn zonder God en dus onder het oordeel gevangen.

de dwaas zegt in zijn hart: er is geen God

Wee 4: bedriegerij

Wee hun die het kwade goed noemen en het goede kwaad; die duisternis voorstellen als licht en licht als duisternis; die bitter doen doorgaan voor zoet en zoet voor bitter.

Het vierde wee treft de leugenaars.. De Heer Jezus spreekt tot Zijn tijdgenoten het volgende: ‘Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen. Maar omdat Ik u de waarheid zeg – Mij gelooft gij niet. (Joh. 8:44-45)
Zij die de leugen liefhebben, hebben de duivel lief. Ze zijn zo ver van God afgedwaald dat er geen redden meer aan is en God heeft hen overgegeven aan een verwerpelijk denken. (Romeinen 1:28)

Wee 5: eigenwaan

Wee hun die in eigen oog wijs zijn en in eigen oordeel verstandig.

Wij moeten er steeds op letten, niet te vallen onder dit vijfde wee, immers: wij zijn ook wel geneigd om onze opvattingen te plaatsen boven die van anderen. Wij weten het al gauw beter. Misschien hebben we een ernstige zonde kunnen laten door de kracht van de Heilige Geest, maar laten we nooit vergeten waar wij daarvóór waren… Er is geen mens die God ernstig zoekt, wij allen zijn afgeweken en derven de heerlijkheid God´s. Door genade en door het offer van Christus zijn wij behouden, laten we slechts in nederigheid vragen om wijsheid.

Wee 6: dronkenschap en onrechtvaardigheid

Wee hun die helden zijn in het drinken van wijn en dapperen in het mengen van bedwelmende drank; die voor een geschenk de schuldige vrijspreken en de rechtvaardige zijn gerechtigheid ontnemen. (Gevolg:) Daarom zal, zoals een vuurtong stoppelen verteert en brandend stro ineenzinkt, hun wortel als molm worden en hun bloesem als stof opstuiven, omdat zij de wet van de HERE der heerscharen verworpen en het woord van de Heilige Israëls hebben versmaad.

Is het verkeerd om als kind van God een glas wijn of zo te drinken? Ik denk het niet, maar hier zien we een uiterste: ‘helden in het drinken’.





Er wordt verder gesproken van oneerlijkheid, waardoor mensen benadeeld worden. God ziet ons hart; laat het rein en nuchter zijn!

helden en dapperen?

Het gevolg

God strafte Israël door ‘het volk uit de verte. ‘…zijn gebrul is als dat ener leeuwin en het brult als jonge leeuwen; het gromt, grijpt buit en bergt die, zonder dat iemand redding brengt. Het zal te dien dage over hen heenbruisen als het bruisen der zee; aanschouwt men de aarde, zie, er is benauwende duisternis, en het licht is verduisterd door de wolken’. Babel was dit volk en groot was het oordeel.

de eindtijd

In de eindtijd zal zulk een oordeel alle volkeren treffen en -als we de zes bovengenoemde weeën overdenken- is dat geen wonder. Ook dan zal God ‘volkeren uit de verte’ roepen. Ook dan zal er benauwende duisternis zijn. Laten wij als kinderen des lichts wandelen in het licht en daardoor lichtende lichten in de duisternis zijn!