Chaos op aarde
“En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen:Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen. Want haar zonden hebben zich opgehoopt tot aan de hemel en God heeft aan haar ongerechtigheid gedacht.” (vers 4 en 5) Met deze dringende oproep sloten we twee weken geleden af. De waarschuwing die God geeft is niet voor niets. Maar wat zou Gods volk of wat zouden Christelijke bekeerlingen na de opname sowieso te zoeken hebben in Babylon? Tijdens de periode van de grote verdrukking zal er op de aarde een compleet nieuwe economische indeling in de wereld komen. De oorlogen die onder de opening van de zegels zullen uitbreken over de hele wereld zullen resulteren in een totale afbraak van de voedselvoorziening. Er zal sprake zijn van grote droogte (Openbaring 11:6) en vuur en hagel en vlammende asteroïden die op de aarde zullen vallen zullen de totale economische chaos volmaken. Maar terwijl de hele wereldeconomie instort en miljoenen sterven door de oorlog en honger, zal de antichrist zichzelf, zijn hofhouding, zijn schatten en voedselvoorziening veilig stellen. Babylon zal worden hersteld als de prachtige hoofdstad van waaruit de antichrist de hele aarde zal regeren tijdens de laatste helft van de grote verdrukking. Hierbij zullen duizenden arbeiders nodig zijn om te werken aan de herbouw van de stad. Met andere woorden: er zal werkgelegenheid en voedsel zijn in Babylon op het moment dat de rest te zijn van de wereld in de greep is van extreme armoede, hongersnood en dood. Dit zal resulteren in duizenden mensen over de hele wereld verlaten hun huizen en landen en reizen naar Babylon om werk en voedsel te vinden voor zichzelf en hun families. In enkele maanden zal de bevolking van Babylon toenemen met duizenden mensen en wordt Babylon de meest dichtbevolkte stad. De koningen en kooplieden der aarde zullen koortsachtig bezig zijn te hun eigen land beroven en hun rijkdommen zulen vertrekken richting hoofdstad. Wat een verrot, onrechtvaardig, onderdrukkend en slecht wereld-systeem zal dat zijn onder de leiding en de heerschappij van de antichrist!
Een tussenstop in Jeruzalem
Gedurende decennia is het Vaticaan in Rome in onderhandeling met de regering van Israël om land te verkrijgen in Jeruzalem, om daar een tweede Vaticaan te bouwen. De laatste berichten wijzen erop dat de regering van Israël heeft ingestemd met het verzoek van de Romeinse paus. De Bijbel spreekt hierover in Daniël 11 vers 45: “En hij zal de tenten van zijn paleis planten tussen de zeeën aan den berg des heiligen sieraads…” Ik heb hier expres de Statenvertaling genomen, omdat die het beter vertaalt: de ‘zeeën’ (meervoud) die hier genoemd worden zijn de Middellandse Zee en de Dode Zee en dat is de precieze lokatie van Jeruzalem met ‘de berg des heiligen sieraads’: de tempelberg. Let ook op het woord ‘paleis’. Een “paleis” is de woning van een koning of heerser. Denk bijvoorbeeld aan… het pauselijk paleis.
De verwoesting van Jeruzalem
Hieruit weten we dat de antichrist als hij zich openbaart op het wereldtoneel eerst in Jeruzalem zal wonen. Die woonplaats zal echter tijdelijk zijn, want Jeruzalem, of een deel ervan, zal op of nabij het midden van de grote verdrukking zal worden verbrand. Zo rond het midden van de laatste jaarweek, nadat de twee getuigen werden gedood, zijn opgestaan uit de dood en ten hemel zijn gevaren, zal de Here God een grote aardbeving zenden in Jeruzalem. Een tiende deel deel van de stad zal worden vernietigd en zevenduizend van haar inwoners zullen worden gedood. (Openbaring 11:13) Misschien is dit de reden waarom de antichrist zijn residentie in Jeruzalem zal verlaten en zich zal richten op de oude ‘wereld-hoofdstad’ Babylon.
Vergelding
“Vergeldt haar, gelijk ook zij vergolden heeft, en geeft haar dubbel naar haar werken; mengt haar het dubbele in de beker, die zij gemengd heeft; geeft haar zoveel pijniging en rouw, als zij heerlijkheid en weelde genoten heeft. Want zij zegt in haar hart:Ik troon als koningin, ik ben geen weduwe en geen rouw zal ik zien. Daarom zullen haar plagen op één dag komen:dood en rouw en hongersnood, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God, die haar geoordeeld heeft.” (vers 5 t/m 8) Als de “stem uit de hemel” blijft spreken met Johannes over Babylon wordt Johannes de mate van straf, die zal worden uitgestort over Babylon onthuld. Babylon, die zichzelf eeuwenlang heeft verheerlijkt en weelde heeft gehad, ontvangt een grote pijniging en komt in diepe rouw. Deze valse religie heeft eeuwenlang mensen bedrogen, beroofd en onderdrukt en bewust hield men de massa van de mensen in onwetendheid van de waarheid van Gods Woord. Dit religieuze systeem was zo overtuigd van haar macht en onoverwinnelijkheid, maar zal in één uur geoordeeld worden.
Toezien met afschuw
“En de koningen der aarde, die met haar gehoereerd hebben en weelderig geweest zijn, zullen over haar wenen en weeklagen, wanneer zij de rook van haar verbranding zien, van verre staande uit vrees voor haar pijniging, zeggende:Wee, wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen. En de kooplieden der aarde wenen en bedrijven rouw over haar, omdat niemand meer hun lading koopt”. Vers 9-11 Vanaf vers 9 wordt aan Johannes getoond welke de emotionele en economische reacties zullen zijn van de handelaren en koningen, die de vernietiging van Babylon zien. De hele wereld zal tegen die tijd zo’n enorme economische puinhoop zijn dat deze rijke mensen zich zullen realiseren dat hun enige bron van rijkdom is vernietigd en voor hun ogen is verbrand. De vernietiging van Babylon zal zo verschrikkelijk zijn, dat deze ‘koningen’ die zal ontucht hebben gepleegd met haar, bang zijn om Babylon zelfs maar te benaderen; zij blijven angstig en van verre vol afschuw toezien. Dit zou te begrijpen zijn als de vernietiging in gang wordt gezet door het gebruik van kernwapens. De toeschouwers zouden dan letterlijk ‘van verre staande uit vrees voor haar pijniging’ en wel uit vrees zelf die pijniging door de vrijgekomen straling ook te moeten ondergaan.
Rijkdom in tijden van schaarste
“…lading van goud, zilver, edelgesteente en paarlen, van fijn linnen, purper, zijde en scharlaken; allerlei welriekend hout, allerlei snijwerk van ivoor en allerlei voorwerpen van het kostbaarste hout, van koper, ijzer en marmer, kaneel, specerij, reukwerk, mirre, wierook, wijn, olie, bloem en tarwe, lastdieren, schapen; (lading) van paarden en wagens en van lichamen; en zielen van mensen. En het ooft, waarnaar uw ziel begerig was, is van u weggegaan en al wat kostelijk en schitterend was, is voor u verloren en het zal nooit meer gevonden worden”. In vers 12-14a vinden we een lijst van de goederen die in Babylon zullen worden verkocht door de goddeloze “kooplieden der aarde” tijdens de laatste helft van de grote verdrukking. Als je erbij nadenkt dat tijdens deze tijd de mensen zullen sterven van honger en armoede dan is de reikwijdte van de slechtheid van Babylon en deze “kooplieden” heel duidelijk. De “kooplieden” (de ultra-rijken, de illuminatie mensen achter de schermen van de NOW) zijn rijk geworden door de verkoop van deze goederen naar Babylon, terwijl de rest van de mensheid op aarde op dat moment zal lijden en sterven. Tot zover de ‘broederschap van de mensheid’ die de drijfveer zal lijken van de nieuwe orde.
Medelijden met zichzelf
“De kooplieden in deze dingen, die aan haar rijk geworden waren, zullen van verre staan uit vrees voor haar pijniging, wenend en rouw bedrijvend, en zeggende:Wee, wee, die grote stad, die gehuld was in fijn linnen, purper en scharlaken, en rijk versierd was met goud en edelgesteente en paarlen, want in één uur is al die zo grote rijkdom verwoest! En iedere stuurman en iedere kustvaarder en de zeelieden en allen, die de zee bevaren, bleven van verre staan, en riepen, toen zij de rook van haar verbranding zagen, zeggende: Welke stad was aan deze grote stad gelijk! En zij wierpen stof op hun hoofden en riepen, wenend en rouw bedrijvend, zeggende:Wee, wee die grote stad, waarin allen, die schepen op zee hadden, door haar kostbaarheden rijk geworden zijn, want zij is in één uur verwoest!” Vers 14b-19 Er volgt een herhaling van de beschrijving van wat de kooplieden zien; zo’n indruk heeft het gemaakt. En er is één ding wat opvalt: zij rouwen en werpen stof op hun hoofden om uiting te geven aan hun verdriet. Medelijden? Welnee! De mensen die daar in de verte sterven interesseren hen totaal niet. Zij rouwen om hun verloren gegane rijkdommen! Rijkdom kan op zich fatsoenlijke mensen veranderen in immorele hebzuchtige schoften die geen geweten hebben of enig meegevoel met een ander.
onrechtvaardig verkregen rijkdom
De Bijbel beschrijft dat hier wel heel helder. “En nu iets voor u, rijken! Weeklaag en jammer om de rampspoed die over u komt. Uw rijkdom is verrot en uw kleding is door de mot aangevreten. Uw goud en zilver is verroest, en die roest zal tegen u getuigen en als een vuur uw lichaam verteren. U hebt uw schatkamers gevuld, hoewel de tijd ten einde loopt. Hoor de klacht van het loon dat u de arbeiders die uw velden maaiden hebt onthouden. Het geroep van de maaiers is tot de Heer van de hemelse machten doorgedrongen. U hebt op aarde in weelde gebaad en losbandig geleefd, u hebt uzelf vetgemest voor de slachttijd. U hebt de rechtvaardige veroordeeld en vermoord, en hij heeft zich niet tegen u verzet.” Jacobus 5:1-6 Zou het je hart breken, als al jouw materiële zaken in rook opgingen? Of is jouw schat veilig en wel in de hemel met Christus? In hoeverre zijn in ons leven rijkdommen en bezittingen belangrijk voor ons? We zien hier daarvan de uitkomst. De Bijbel geeft ons een goede raad: “Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” Matt. 6:19-21
Overwinning
“Wees vrolijk over haar, gij hemel en gij heiligen, en gij apostelen en profeten, want God heeft uw rechtszaak tegen haar berecht. En een sterke engel nam een steen op als een grote molensteen en wierp hem in de zee, zeggende:Zó zal Babylon met geweld geworpen worden, de grote stad, en zij zal nooit meer gevonden worden. En geen stem van citerspelers en zangers, van fluitspelers of bazuinblazers zal meer in u gehoord worden, en niemand, die enige kunst beoefent, zal meer in u gevonden worden, en geen geluid van de molen zal meer in u gehoord worden. En geen lamplicht zal meer in u schijnen, en geen stem van bruidegom en bruid zal meer in u gehoord worden, want uw kooplieden waren de machthebbers der aarde, want door uw toverij werden alle volken verleid; en in haar werd gevonden het bloed van profeten en heiligen en van allen, die geslacht zijn op de aarde.” Vers 20-24 We zien een groot contrast tussen de realiteit van de Hemel en de realiteit van de Aarde. Terwijl Babylon wordt veroordeeld en vernietigd, zullen zij, die in de hemel worden, zich verheugen. Vanaf de dag dat Nimrod Babylon bouwde is deze zondige stad een vijand van God en een vloek voor de mensheid. De mens zette zichzelf centraal en terwijl de ene helft vand e wereld gebrek leed, had de andere helft overvloed. Het Griekse woord wat vertaald is als ‘toverij’ is het woord, “pharmakeia.” Dit Griekse woord is de bron van ons woord ‘farmacie’: de wetenschap van geneesmiddelen. Het woord in de context hier betekent echter letterlijk “drugs.” In de drugshandel zijn ook velen zeer rijk geworden; eveneens gewetenloze ‘handelaren’. De “verborgenheid der ongerechtigheid” leidde tot bittere vervolging van Gods volk en de Gemeente. Het bloed van hen, die nu bijvoorbeeld door de islamitische staat worden vermoord, wordt opgemerkt in de hemel. “het bloed van profeten en heiligen en van allen, die geslacht zijn op de aarde”. Nu zowel de hoer als de stad zijn vernietigd is er in de hemel opluchting en blijdschap.
Laten wij dicht bij onze Heer en Heiland blijven in ons gebed en ons leven, zodat Zijn Geest ons kan helpen om rein te blijven in Hem, zoals het een bruid betaamt voor haar Bruidegom. Zijn Geest zal ons helpen niet onder de invloed te leven van Babylon: ontrouw in ons geloof of afgoderij (onze bezittingen en ons geld) maar in blijdschap uit te zien naar Zijn komst!
“Wie oren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt,”
Openbaring 3:13