het Christenleven is een strijd
Maar net zoals de Heer Jezus veel strijd kende (Hij was immers een Man van smarten) zo zullen zijn volgelingen ook strijd kennen. En het enige wat we zeker weten is dat we uiteindelijk zullen overwinnen omdat God ons in Zijn trouwe handen houdt. Psalm 97 ‘Hij bewaart de zielen Zijner gunstgenoten’. De voorgangers die met zalvende woorden komen over een overwinningsleven spiegelen een leven voor, wat in het geheel niet past bij een kind van God. Ja, dat we zullen overwinnen in de kracht van de Heilige Geest, dat klopt. Maar het leven wat we leiden is niet dat van een overwinnaar; aan ons, in Gods ogen ‘rechtvaardigen’, wordt gezegd: ‘Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige, maar uit die alle redt hem de Here’. (Psalm 34 vers 20)
Christenen in verdrukking
God spiegelt ons dus bepaald geen gemakkelijk leven voor. Het is dus gewoon klinkklare onzin dat een kind van God voortdurend met een blije grijns moet rondlopen. Kijk eens naar de Christenen in Iran, Indonesië, Egypte en Noord Korea. Hun leven is een voortdurende kwelling. Hun troost is niet in dit leven, maar na dit leven. Waarom zouden wij dan denken dat wij wèl in aanmerking komen voor verbetering; een makkelijker leven?
Ken jij geen tegenslag?
Ik denk dat je als Christen je eens achter de oren moet krabben als je geen narigheid in je leven kent. Want dan ben je de moeite niet waard voor satan. Waarom zou satan ‘dode gelovigen’ dwars zitten. Nee, levende gelovigen: daarop richt hij zijn pijlen. Wij zitten midden in een oorlogsgebied. Dan moeten we niet mekkeren als de kogels om onze oren vliegen en zelfs niet als we gewond raken of pijn lijden. We mògen wel klagen, maar veel zal het niet helpen. Onze kracht zit niet in daadwerkelijke veranderingen, zoals een groeiend inkomen, gezondheid en geestelijke rust. Onze kracht is te weten dat we op reis zijn naar het Vaderhuis en dat we, ongeacht hoe zwaar de strijd mag worden, daar zullen komen. Spreuken 18 vers 10 troost: ‘De Naam des Heren is een sterke toren; de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar!’
Kom zoals je bent en doe je niet beter voor
God vraagt niet van ons om blijdschap te veinzen. Om ons beter voor te doen en te zeggen ‘goed’ als God vraagt hoe het met je gaat. Ik ben ook vaak aangeslagen; in de war. Dan ben ik ook alleen maar blij als er weer een dag voorbij is en daarmee de opname van de gemeente een dag dichterbij is gekomen. Je hoeft de schijn niet op te houden. En het gaat verder dan dat. Want we spraken tot dusver over de moeiten waar een mens mee kan worstelen. Maar weet je waarmee je ook de schijn niet hoeft op te houden? Met je hulpeloosheid als mens. Met je karakter, wat misschien opvliegend is. Met alles waarvan je denkt dat het niet past bij een ‘model-Christen’. God is zo vriendelijk en liefdevol. Hij ziet ons, onze kleerscheuren, onze harde kantjes, onze gebreken. En Hij zegt: ‘kom zoals je bent!’ Want God kan alleen èchte mensen gebruiken. Geen etalagepoppen. Hoe zou God een ‘perfecte Christen’ kunnen gebruiken om een verslagen WAO-er te vertellen van Zijn liefde? Daarvoor heeft God bijvoorbeeld verslagen WAO-ers. Die weten van de strijd, van de wanhoop. Zij zijn betrouwbaar en zij kunnen worden gebruikt. En dat is de reden waarom we mogen komen zoals we zijn. Zonder onszelf te veranderen, zonder op onze tenen te lopen.