Waarom we blijven geloven (1)

Wij geloven in de hemel, een plek die je niet kunt zien, voelen, aanraken of anderszins kunt ervaren. De hemel ligt per definitie buiten de sluier van deze zichtbare, tastbare en uitermate reëele wereld. Als je Hebreëen 11 leest zie je, nadat de schrijver het geloof van Abel, Henoch, Noach, Abraham en Sarah heeft geprezen hij het vervolgens gaat uitleggen. De schrijver wil dat we ons afvragen waarom mensen doen wat ze doen, dat is: waarom ze besluiten te leven op een manier die radicaal verschilt van de rest van de wereld.

Vreugde bij het lijden

Als je leest in Hebreeën 10: 32-34, vind je een beschrijving van de vroege dagen van de kerk, toen nieuwe gelovigen enorme ontberingen leden vanwege hun geloof:

1) Ze bleven trouw ondanks vreselijk lijden (vers 32).
2) Ze werden blootgesteld aan openbare spot (vers 33).
3) Ze werden vervolgd (vers 33).
4) Ze hielpen anderen die op dezelfde manier leden (vers 33).
5) Ze toonden sympathie voor degenen die in de gevangenis werden gegooid (vers 34).
6) Ze verloren alles wat ze hadden (vers 34).

En hier is de uitsmijter:

7) Ze accepteerden het met blijmoedigheid (vers 34).

Volhouden

Dat is het moeilijkste deel – het blijmoedig accepteren van dit alles. Ik kan me voorstellen dat ik door een aantal van die dingen ga en het met vastberadenheid verdraag. Volhouden; dit zal niet eeuwig duren. Soms komt het leven neer op je hardnekkige ‘niet-omdraaien-nu’ beslissing om Jezus te blijven volgen, zelfs wanneer de wereld om je heen instort. Soms is dat het beste wat je kunt doen – en ik ben altijd onder de indruk van mensen die kunnen zeggen: “Ik geef niet op”, wanneer stoppen gemakkelijker zou zijn.

Blijmoedig onder verdrukking

Maar dat is niet precies waar de schrijver het over heeft. Hij schrijft dat zij (die eerste gelovigen) het allemaal blijmoedig hebben aanvaard. Het woord ‘blijmoedig’ betekent ‘opgewekt en zonder tegenzin’. In dit woord zit niet voor niets het woord ‘moed’. Het vergt moed om je blijdschap vast te houden in moeilijke situaties. Dat is moeilijk. Maar deze manier van leven – deze lach terwijl je wordt beroofd – zo behoort de Christen te leven. Nogmaals, dit is moeilijk om te bevatten, en ik denk dat de schrijver dat wist. Daarom heeft hij dit woord van uitleg toegevoegd in Hebreëen 10:34: “want gij wist, dat gijzelf een beter en blijvend bezit hebt.” Een blijvend bezit: een eeuwigdurend bezit; onze schat in de hemel!

Iets beters, iets eeuwigs

Dat is een goede beschrijving van de hemel. Het is beter dan alles wat we op aarde hebben. En in tegenstelling tot de dingen op aarde, blijft de hemel eeuwig bestaan. Dus we geven op wat we hier hebben, omdat we het toch niet kunnen houden en we weten dat er iets beters aankomt dat nooit van ons zal worden weggenomen! Het is precies die geest die de verspreiding van het evangelie de afgelopen 2000 jaar heeft bezield en het verklaart waarom christenen zo blijmoedig kunnen leven: het draait allemaal om de hemel. Dus als je niet in de hemel gelooft, zul je niet als een christen redeneren en het zal voor jou helemaal niet logisch zijn. Maar als je in de hemel gelooft: “Het is geen dwaas die opgeeft wat hij niet kan behouden om te krijgen wat hij niet kan verliezen.” (citaat Jim Elliott)

“In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken en als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid.”
Hebreeën 11:13-16

De schrijver van Hebreeën 11 onderbreekt zijn lange lijst met geloofshelden die door het geloof leefden om ons achter de schermen te nemen, zodat we wat vragen kunnen stellen…

  • Abel, waarom zou je een beter offer brengen en uiteindelijk door je broer worden gedood? (vers 4)

  • Henoch, waarom zou je met God wandelen en dan verdwijnen? (vers 5-6)

  • Noach, waarom zou je een ark bouwen als iedereen behalve je familie dacht dat je gek was? (v. 7)

  • Abraham, waarom zou je de veiligheid van Ur verlaten om het onbekende in te trekken? (vers 8)

  • Abraham, Isaac en Jacob, waarom zou je generaties lang in tenten leven? (verzen 9-10)

  • Abraham en Sarah, waarom zou je ervan dromen om een baby te krijgen als je 100 en 90 jaar oud bent? (vers 11-12)

Dit zijn niet zomaar wat vragen. Ze gaan naar het hart van waarom we doen wat we doen – inclusief waarom we sommige dingen doen die de wereld als volkomen belachelijk beschouwt. Dus hoe verklaren we onszelf? Het antwoord is, het draait allemaal om de hemel. Maar als de hemel niet echt is, dan hebben we ons leven verspild aan het najagen van een droom die helemaal niets blijkt te zijn.

Een domme weddenschap

Een dominee zat op een zomerse dag in zijn tuin zich voor te bereiden op de zondagse preek. Zijn buurman zag hem en sprak hem aan. ‘hé dominee; hard aan het werk? En waarvoor? Stel dat je je vergist? Een mens wordt ongeveer tachtig jaar; dan zou je tachtig jaar hebben weggegooid!’ De dominee keek hem aan. ‘jij houdt wel van een gokje buurman? Wat zou je vinden van deze weddenschap: als jij gelijk hebt krijg jij een brood en als ik gelijk heb krijg ik jouw woning.’ De buurman reageerde beledigd: ‘dat is een hele domme weddenschap! Een brood of een woning; dat maakt nogal uit!’ Waarop de dominee antwoordde: ‘denk hier dan eens goed over na: als jij gelijk hebt en na de dood is er niets meer, dan heb ik tachtig jaar ‘verspild’. Maar als de Bijbel gelijk heeft dan heb jij een eeuwigheid verspeeld. Is dat geen domme weddenschap?’

Waarop is ons geloof gebaseerd?

“Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.” (Hebr. 11:1) De hoop op iets wat men niet ziet. Dat lijkt dom. Maar wij doen dat allemaal. Ik ben nooit op de Zuidpool geweest, maar ik geloof wel dat het bestaat. Er zijn mensen naartoe gegaan en zij hebben erover geschreven. Zo weet je ook hoe het er daar uit ziet. Hetzelfde geldt voor mijn geloof: er was een Mens op aarde, Die door God was gezonden. Veel van de mensen die Hem zagen en hoorden en geloofden wat Hij zei en zij geloofden ook dat Hij de beloofde Messias was, de Zoon van God. Daardoor begrepen zij Wie God is en vooral dat Zijn barmhartigheid en liefde voor de verloren mens groot is. Voor ons geldt dat wij Gods Woord hebben, de Bijbel. Daarin vinden wij het getuigenis voor ons geloof.

“Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen”. 1 Petrus 1:8-9

“Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken”. Hebreeën 11:6






Een prettige jaarwisseling!

Reacties zijn gesloten.