Schuldgevoelens

Schuldgevoelens zijn pijnlijk. En net zoals lichamelijke pijn is het van God gegeven. Zowel schuldgevoel als pijn heeft namelijk een functie: het maakt je er op attent dat je iets moet doen aan wat je dwars zit. Als je je enkel gebroken hebt zul je zo’n pijn hebben dat je het wel zult laten om op die gebroken enkel rond te blijven lopen. Als je je hand brandt aan een hete pan zorgt de pijn ervoor dat je meteen je hand terugtrekt. En schuldgevoel zorgt ervoor dat je in orde kunt maken wat je verkeerd deed en vergeving kunt vragen.

Fantoompijn

Pijn kan ook fantoompijn zijn. Dan heb je pijn in een lichaamsdeel wat er niet meer is. Zodat je dan pijn kunt hebben in je tenen, terwijl dat onderbeen is afgezet. Fantoompijn is nutteloos; die tenen die zeer doen zijn er al lang niet meer dus je kunt niets met die pijn; je wordt er alleen door gekweld. Hetzelfde kun je zeggen van schuldgevoel. Als dat zijn functie verloren heeft dient het alleen om je te kwellen. Je mag spijt hebben over zonden, maar als je die zonden hebt beleden dan heb je vergeving gekregen. De spijt kan blijven, want de gevolgen van de zonde blijven. Maar het schuldgevoel dient geen doel meer. En de boze is er als de kippen bij om je het in te wrijven en je op te zadelen met de verlammende vraag: ‘ben ik wel een kind van God?’…

Zeker weten!

Als je je schuld hebt beleden en jezelf hebt overgegeven aan de Heer Jezus, dan mag je zeker weten een kind van God te zijn. Zómaar even een paar teksten:

Romeinen 10 vers 9 Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden

Romeinen 10 vers 13 want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden.

Er is geen zonde zo groot, of Jezus’ offer is groter. De Here God wil niet dat iemand verloren gaat. Het offer van de Heer Jezus Christus verzoende de mens met God. Om die verzoening ‘ons eigendom’ te maken, mogen wij het uit genade aanvaarden. De vergeving geldt voor al je zonden. Als je een kind van God bent geworden zijn al je zonden, verleden, heden en toekomst weggedaan door het bloed van het Lam van God. Nu wil de Heer Jezus, nu je Zijn eigendom bent, jou gebruiken tot eer van Zijn naam. Daartoe ontvang je de Heilige Geest, die je je zonden indachtig maakt.

Schuld belijden geeft ruimte

Nu komt iets belangrijks. Want waartoe maakt de Heilige Geest je opmerkzaam op je nieuwe of voortdurende zonden? Omdat ze zonder schuldbelijdenis je niet vergeven worden? Nee, je zonden ZIJN je vergeven. De Heilige Geest maakt je op zonden attent zodat je ze kunt belijden, zodat je ruimte krijgt in je hart. Ruimte voor de Heilige Geest, ruimte voor liefde, verzoening, opluchting, blijdschap. Want als je die ruimte hebt wordt je zodanig vervuld met de Heilige Geest dat je begint ‘over te lopen’.

de beker op zijn kop

Een voorganger maakte eens deze vergelijking: Wil je een beker vullen en houdt je de beker op zijn kop dan komt er helemaal geen water in. Houdt je de beker schuin, dan loopt het water er deels uit. Maar staat de beker recht dan kan hij helemaal gevuld worden.

Als een kind van God zich afsluit voor de Geest van God (de beker op zijn kop) dan kan de Heilige Geest je niet bereiken. Je leeft dan een leeg leven, met een dood geloof. Als je de Heilige Geest toestaat om voor een deel zeggenschap te hebben over je leven, dan houdt je de beker schuin. Er komt wel iets in, maar je raakt nooit vol. Pas als je je volledig open stelt voor de Heilige Geest dan kun je gevuld worden door de Geest Gods. Je wordt opmerkzaam gemaakt op alles wat vuil is en je mag het naar het kruis brengen. En daarna wordt je beker zo vol gemaakt, dat je overstroomt.

En het overstromende, dat is waardoor de Heer jou kan gebruiken. De mensen zien aan jou dat je een bron van blijdschap hebt; je kunt dat niet geheim houden. Je bent ‘geheiligd’; je mag jezelf een ‘heilige’ noemen. Niet door je eigen werk, maar omdat de Heer je schoonmaakte. En je mag (moet!) elke keer weer terug komen om je opnieuw te laten reinigen en heiligen en daardoor zul je een bruikbaar instrument in God’s hand zijn.

…Reinigt uw handen, zondaars,
en zuivert uw harten,
gij, die innerlijk verdeeld zijt.

Jacobus 4 vers 8

Grote schoonmaak

Dit is de functie van het belijden van je zonden: wegruimen wat vies is zodat licht en blijdschap binnen kan komen. Soms echter gebeurt er dit: je belijdt je zonden, krijgt vergeving (het was je al vergeven zelfs) en je bent superblij. Dan zeg je ‘amen’ en binnen korte tijd maak je je weer zorgen om dezelfde zonden, die je al beleden had. Je belijdt ze opnieuw, onder tranen, maar korte tijd later komt de knagende onzekerheid weer: heb ik alles beleden? Wordt het me wel vergeven?

In Hebreeën 10 vers 17 zegt de Heer Jezus:

‘hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken.’

Geloof jij de Heer Jezus?

Realiseer je je, dat als jij oude en beleden zonden weer naar boven haalt en daar angstig van wordt, dat je dan de woorden van de Heer Jezus Zelf in twijfel trekt? Hebreeën vers 19-23 (lees dit aandachtig en met een gelovend hart!)

Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, en wij een grote priester over het huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw.

Terugkerende zonden

Als je je zonden hebt beleden en de Heer Jezus hebt aanvaard als jouw Verlosser, dan mag je er op grond van Gods Woord ZEKER van zijn dat je behouden bent en voor eeuwig Gods kind. Soms echter zijn er zonden die we belijden, maar die we daarna toch weer doen. Denk aan een verslaving bijvoorbeeld. Je wilt het niet weer doen, maar toch gebeurt het je. Je belooft dat het niet weer zal gebeuren, maar het vlees is zwak. Het kan je dan wanhopig maken. Onthoud dan, dat je hier op wordt gewezen door de Heilige Geest, niet omdat die herhaalde zonde je niet vergeven zou worden, maar omdat je door die herhaalde zonde niet goed kunt functioneren als kind van God. De Heer Jezus wil je niet een beetje, Hij wil je helemaal. Die herhaalde zonde zit je dus dwars, omdat je het kwijt moet.

Kracht (onder voorwaarden)

Uit eigen ervaring kan ik je vertellen dat de Heer die zonde niet zomaar zal wegnemen. Want het gaat in dezen om jouw wil. Als jij ermee wilt stoppen dan zal de Heer je de kracht geven die je daarvoor nodig hebt. Maar daarna komt er een moment dat die zonde weer aan je trekt. Als je dan knielt en de Heer Jezus vraagt om kracht om die zonde te weerstaan, dan zal die verleiding van je weggaan. Maar als je toegeeft aan de verleiding zal de Heer Jezus je niet tegen houden. Je krijgt kracht die je nodig hebt om tegen die zonde te strijden, maar op voorwaarde dat jij niet weer de andere kant kiest. Doe je dat wel en belijd je in tranen je zonde, dan is de Heer Jezus zo liefdevol. Ik kon nooit begrijpen waarom, terwijl ik me kapot schaamde, de Heer zo vergevingsgezind bleef.

Uiteindelijk, als jij dat wilt, kun je de zonde overwinnen: met de kracht van de Heer en door je eigen beslissing. De eigen wil van de mens is altijd heilig bij de Heer Jezus, Hij dwingt niemand. Als je dus zo’n terugkerende zonde hebt weet dan dat de schuld die je voelt alleen dient om je weer terug te krijgen bij de Heer Jezus. Met Zijn hulp kun je elke zonde bevechten. Neem je voor om niet weer te beginnen met een zonde waarvan de Heer je bevrijd heeft. Hij helpt je!

Ben je wel wederomgeboren?

Soms zeggen anderen (Christenen notabene!) wel eens, dat je, als je je zorgen maakt over je zonden, je je af zou moeten vragen of je wel een wederomgeboren kind van God bent. In alle eerlijkheid: ik vind dat dwaasheid. JUIST het feit dat je je zorgen maakt over je zonden, geeft aan dat je bij de Heer Jezus wilt horen en dat is de enige voorwaarde die Hij stelt.

Maar zorg ervoor dat je beleden zonden, die dus WEGGEDAAN zijn, niet weer per ongeluk meeneemt. (er weer over gaat piekeren) Corrie ten Boom zei het eens zó: ‘ik ga met mijn koffertje met zonden, zorgen en problemen naar de Heer en dan pak ik mijn koffertje uit en laat Hem alles zien. En dan pak ik alles weer in mijn koffertje en neem het weer mee’.


Zó moet het dus inderdaad niet; wat de Heer jou vergeven heeft, mag je bij Hem laten. En daar mag je rust in vinden. Want stel, dat er toch nog iets zou zijn, dan zal de Heilige Geest je dat laten zien. En de Heilige Geest werkt niet met angst. Geef het maar in handen van je Heer Jezus!

Zingen

Soms kun je zo bang en onzeker worden, dat je al je vreugde verliest. Zelf doe ik dan het volgende: ik zet een dvd op met geestelijke liederen. (ik ben gek op de Gaither Vocal Band en hun homecoming friends.) Zing die liederen mee, hardop of in je gedachten. Je zult merken dat je weer blijdschap krijgt. (de satan vlucht voor geestelijke liederen wist je dat?) Je kunt natuurlijk ook een zangboekje ‘liederen’ nemen of een Johannes de Heer bundel en daaruit gaan zingen. Hoe dan ook: een zingend hart kent geen zorg of verdriet, maar vreugde.

Liefhebben is wederzijds

Verder maak ik ruimte in elk gebed, om de Here God te vertellen dat ik van Hem houd. Als jij dat ook doet: zeg het vaak en meen het met je hele hart! Hierboven zette ik de tekst uit Jacobus 4 vers 8 neer, maar ik liet bewust even het eerste deel weg: ‘Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen.’ Wat een belofte! Vaak is ons gebed een verlanglijst: Heer, wilt U zorgen voor… en zegent U… Maar de Here God verlangt naar een echte relatie met Zijn kinderen. Als een kind bij zijn vader komt zeuren voor het een of ander, ach.. die vader zal het kind helpen. Maar een kind wat zijn armpjes om zijn papa heen slaat en zegt dat hij van zijn papa houdt… D? t is waar de Here God naar verlangt. Het is zelfs het eerste gebod. (Matteus 22:37) Je zult merken dat als je in je gebed minstens evenveel ruimte neemt voor lofprijzing en liefde als voor zorgen en zonden, je een steeds grotere blijdschap gaat voelen. Kijk naar koning David. Bepaald geen lieverdje. Maar in de Psalmen zingt hij de lof en eer van God en hij zingt zijn liefde voor de Here God uit. David werd geliefd door God.

Een kind van God is een Koningskind
en een Overwinnaar door de Heer Jezus Christus!





Geef een reactie