Krakers in je hart

Een leegstaande woning in een grote stad loopt groot gevaar gekraakt te worden. De krakers bewonen zo’n woning niet; we wonen de woning uit. Om de krakers er uit te krijgen moet de zaak voor de rechter gebracht worden; die dan na een lang proces een bevel tot uitzetting geeft. Daar trekken de krakers zich niets van aan, dus moet er een procedure op gang worden gebracht om de politie (ME) de krakers uit huis te laten zetten. Als dat gebeurd is kan het huis gerenoveerd worden; krakers zijn niet zo voorzichtig en zo’n huis ziet er niet uit.


Een huiseigenaar die dit doorstaan heeft en de woning heeft laten renoveren en die vervolgens nog even de woning leeg laat, loopt een groot risico dat de woning opnieuw wordt gekraakt. En hoe onlogisch ook: dan moet de hele procedure opnieuw in gang worden gezet en duurt het maanden voordat de krakers er weer uit zijn. Om die reden schakelen huiseigenaren wel eens ’tussenhuurders’ in, mensen die de woning goedkoop mogen huren voor een bepaalde tijd. Als een woning namelijk bewoond is, en krakers zouden een deel ervan bezetten, is dat huisvredebreuk en kan de politie meteen ingeschakeld worden

.

Ik vergelijk het hart van de mens wel eens met een huis. Ik bedoel dan niet je echte hart (hoewel dat ook kamers heeft) maar je geestelijke hart. Als je je hart aan de Heer Jezus geeft, zal Hij het vullen met Zijn Geest; Zijn aanwezigheid. Als dat gebeurt dan voel je ook een enorme blijdschap en vrede. Zóveel, dat je vaak erover praten wilt om de mensen om je heen te vertellen wat er met je is gebeurd. Maar de Heer Jezus is een gentleman. Als je Hem hebt uitgenodigd, maar je neemt later toch weer een deel voor jezelf, dan trekt de Heer Zich daaruit terug.

Waarom zou je dat doen?

Stel, dat je iets doet waarvan je weet dat het niet oké is. Een voorbeeld; je luistert naar heavy metal, terwijl ‘een stemmetje’ in je (je geweten) je vertelt dat dat niet goed is. Het rauwe geschreeuw en de satanstekens die de bandleden maken vertellen je dat dit niet de plaats is waar een kind van God behoort te zijn. Maar verdikkeme… je wilt gewoon dat concert bijwonen en lekker headbangen! Dus je doet het en negeert de stem van je geweten. Dat is het moment waarop je een stukje van je hart voor jezelf reserveert. Het stukje waarin jouw zonde zit, die je niet wilt opgeven. Zou de Heer Jezus daar komen, op dat plekje in je hart, dan zou jouw zonde pijnlijk duidelijk afsteken tegen de blijdschap van de Heer Jezus. Maar de Heer Jezus respecteert jouw mening.

Zo kan een geestelijk hart bestaan gaan uit twee (of meer) delen. In het ene deel ‘woon’ jij en daar ben je dagelijks te vinden. Hier zijn kleine en grote zonden, hier ligt het ‘ik wil zelf de baas zijn over mijn leven’, hier ben je door de weeks en misschien ben je dan zondags in het kleine stukje van je hart waarin de Heer Jezus mag zijn. Dat verklaart waarom je in de dienst oprecht blij kan zijn, maar de volgende dag, maandagmorgen, op school of op je werk: dan lijkt het allemaal weer zo ver weg; dan lijkt het zelfs een beetje overdreven vroom… Iets waar je je niet direct voor schaamt, maar ook niet graag met je klasgenoten of collega’s wilt delen.

Zoals gezegd: je kunt de Heer Jezus uitnodigen in je hart en dat doe je als je Zijn offer aanneemt en vergeving ontvangt. Maar je kunt ook iemand anders in je hart uitnodigen. Als je de deur van je hart open zet voor boze geesten, zullen ze daar meteen gebruik van maken. En net als krakers maken ze een rotzooitje van je hart; je wordt wanhopig, boos, agressief of depressief. Die inwoners zullen je influisteren dat je waardeloos bent en er beter een einde aan kunt maken. Boze geesten zijn reëel; ze bestaan. Maar de boze vindt het prima als je niet in hem gelooft of in zijn makkers de boze geesten. Onwetende en argeloze mensen zijn een makkelijke prooi. En net zoals kraker zijn boze geesten heel erg moeilijk te verdrijven. Je moet daarvoor de Goddelijke Rechter inschakelen, die een uitzettingsbevel maakt. En de Heer Jezus komt -als jij Hem daarom vraagt- en dan veegt Hij je hart schoon.

Maar nu komt een probleem. Want -zoals eerder geschetst- de mens is geneigd om zelf de baas te zijn over zijn leven; de mens wil zich niet laten betuttelen. ‘Kleine zonden’ die je geweten je laat zien: ach… het zijn maar kleine zonden. En daarmee ontzeg je de Heer Jezus weer de plaats waar Hij recht op heeft: je hele hart.

Maar nu loop je extreem veel gevaar. Want als een boze geest uit jouw hart is verdreven, dan wil die terug. En door een stukje van jouw hart ‘voor jezelf’ te reserveren, heb je weer ruimte gemaakt voor een ‘gast’. En zo’n geest kan terugkeren en hij neemt dan misschien zelfs vrienden mee. Wanhopig vraag je je af: ‘hoe kan dat nou? Ik ben een kind van God; ik heb mijn hart aan de Heer Jezus gegeven; hoe kunnen die beangstigende en beschuldigende gedachten dan plotseling weer op komen? Waarom beschermt de Heer Jezus me daar niet tegen?’

De oplossing is eigenlijk simpel. Want waar de Heer Jezus woont, kan geen duivel of boze Geest blijven. Laat de Heer Jezus dus toe in je HELE hart en geen Hem de controle over je leven. Simpel gezegd, maar moeilijk om te doen. Want die kleine zonden die komen dan voortdurend aan het licht. En zodra je die vergoeilijkt en ze toch blijft doen, sluit je weer een stukje van je hart af voor de Heer. Dat is gevaarlijk. Dus moet je streven naar een leven, heel dicht bij de Heer Jezus. Dat houdt in: je cd verzameling eens bij langs gaan en vragen of de Heer je duidelijk wil maken of daar muziek tussen zit waarin eigenlijk satan wordt vereerd. (en zo’n cd dus wegdoen!) Dat houdt ook in dat als je, als scholier, op het schoolplein een shaggie wilt opsteken terwijl je je ouders had beloofd niet te roken, je dat niet moet doen. Want elke zonde zet een deur open en creëert een mogelijkheid voor satan om jou je blijdschap te ontnemen!

Als er nare gedachten in je opkomen kun je die bestrijden door ze te vertellen dat jouw huis, en ook jouw geest, eigendom is van de Heer Jezus en je mag ze in Zijn naam wegsturen. Verder raad ik je aan met aandacht je Bijbel te lezen, te bidden of te zingen. Een loflied voor de Heer Jezus jaagt elke kwade geest weg! Ruim tijd in om elke dag ‘stille tijd’ te hebben waarin je een stukje uit je Bijbel leest en bidt. Het is moeilijk om de Heer Jezus de volledige controle over je leven te geven, maar daardoor houdt je ‘krakers’ buiten de deur en je zult merken dat een leven dicht bij de Heer zó fantastisch mooi is. Elke dag zul je opnieuw die blijdschap ervaren en je hart wordt steeds weer gevuld door de Heilige Geest.

Geef een reactie