Eerder heb ik geschreven over de genezing die ik als peuter ontving. Genezing, die het gevolg was van de verhoring van naar de hemel opgestuurde gebeden. Mensen in de kerk baden voor dat doodzieke jongetje wat het naar de mens gesproken niet zou redden. De Here God verhoorde dat gebed. Ik denk dat ik een jaar of zes was, toen een echtpaar bij ons in de kerk een dochtertje had met een hartafwijking.
Ik kan me herinneren hoe er gebeden is voor dit meisje, deze Monique. Ze was nog maar zo klein… Ze moest een hartoperatie ondergaan en op 18 september (mijn verjaardag, daarom weet ik de datum nog) stierf de kleine Monique.
Dit is best verwarrend. Was er destijds bij mij dan aanhoudender gebeden? Was de Here God zo gesmeekt om die genezing dat Hij toegaf? Waarom deed Hij dat dan niet bij Monique? Waren mijn ouders beter dan haar ouders? Meer bezig met het geloof, dichter levend bij de Heer Jezus? Of zou God onderscheid maken tussen Zijn kinderen en luistert Hij wel naar deze en niet naar de andere? Dit kan bij mensen leiden tot verbittering. Vrijgekocht door het verzoenend bloed van de Heer Jezus, wetend een kind van God te zijn, de knieën ontveld van het bidden en smeken en je dan zo afgewezen voelen.
God is souverein. Hij beslist, want Hij kent Zijn kinderen het beste. Hij heeft voor zijn kinderen het allerbeste op het oog. En daar zit hem juist de kneep. Want weten wij wat het beste is voor ons? Nou, ik zou het wel weten! Als het mijn kindje was, wat daar lag te sterven, dan zou ik heel goed weten te vertellen wat het beste voor hem/haar zou zijn: genezing!
het sterven
Maar voor de Here God is ons aardse leven als een damp. Ons menselijke leven is maar zo vluchtig en –gemeten naar de eeuwigheid- zo onbetekend. Wij mensen zien dit leven als alles wat er is, of op zijn minst als heel belangrijk. Maar dat is het eigenlijk niet. Want het allerbelangrijkste is het eeuwig leven. De dood, door mensen zo verafschuwd, is overwonnen, zijn kracht is vergleden. De dood, eens de grootste en onoverwinnelijke vijand, is voor het kind van God geworden tot niets meer dan de poort naar de hemel. De dood was zo afschikwekkend, voor kinderen van God mag het echter de afschuw verliezen.
Maar dat is natuurlijk niet zo. Nog steeds zien wij de dood als het aller, allerergste wat een mens kan overkomen. Maar weet je wat veel erger is? Leven zonder de kracht, de liefde en de troostvolle nabijheid van de Here God, leven zonder te zijn vrijgekocht door het offer van de Heer Jezus, leven in afwachting van het oordeel.
ziek door schuld
In de jaren zeventig werd bij een jonge vrouw kanker vastgesteld. Ze werd behandeld en knapte weer op. Maar de kanker kwam terug. Het gevecht tegen de kanker duurde jaren. Jaren van hoop en wanhoop. Zij ging naar een kerk waar men vast geloofde dat God kan genezen (en dat kan Hij ook) maar waar men eveneens geloofde dat ziekte altijd het gevolg is van zonde. Dus moest zij de zonde belijden die voor die kanker zorgde. Ze beleed alles wat ze wist, maar de kanker bleef. Ze werd wanhopig door schuldbesef: ze moest immers iets fout gedaan hebben? Ze bleef kanker houden en ze bleef achteruit gaan. Het geloof werd zwaar; haar kennissen bleven de houding aannemen die de vrienden van Job ook aannamen: wat heb je gedaan om dit te verdienen…
Weet je: ik geloof inderdaad dat ziekte het gevolg is van zonde. In zijn algemeen: de schepping is onder de vloek der zonde gekomen en sinds die tijd stervende. In die zin is ziekte een direct gevolg van de zonde. Maar ik denk dat het fout is om daaruit meteen de conclusie te trekken dat jouw zonden ook jouw ziekte veroorzaken. Dat kan wel: denk aan een drugsgebruiker die zijn gezondheid verliest door de drugs die zijn lichaam slopen. Dan heb je een oorzakelijk verband. Als je losse seksuele contacten hebt (de Bijbel vermeldt dat duidelijk als zonde) loop je risico dat je AIDS krijgt of andere seksueel overdraagbare ziekten. Het kán dus: ziek door je eigen zonde. Maar het is een tragische vergissing als mensen leren dat het altijd je eigen schuld is als je ziek bent.
Gelukkig zag deze vrouw dat in vlak voordat ze werd Thuisgehaald. Ze stierf, wetend dat het ‘goed’ was tussen haar en haar Schepper. Maar wat een moeite had ze gehad met die verkeerde gedachte over ziekte en zonde!
Denkfout
Zo kunnen wij ook lijden onder de gedachte dat God ons niet geneest en een ander wel. Dat God ons laat stikken, terwijl een ander geholpen wordt. Maar is die gedachte wel terecht? Of maken we daar een denkfout? Hoe moet God ons helpen? Moet Hij zorgen dat ons leven gemakkelijk is, dat onze dure apparaten niet stuk gaan als we toch al zo krap zitten? Dat de pesterijen op school van ons kind ophouden? Dat de moeilijkheden op ons werk verdwijnen? Moet de Here God de weg die wij gaan voor ons strijken? Glad, zonder hobbel of tegenstand?
Als wij kinderen van God zijn, moet ons leven dan makkelijk zijn? Zijn we dan beter dan onze Heer en Heiland, die een Man van smarten was? De Heer Jezus was er Zelf wel heel duidelijk over: als we Hem volgen zal onze weg niet gemakkelijk zijn en zullen wij ons kruis moeten dragen. Waarom dan zo mopperen als ons kruis zwaar is? Waarom tegen God rebelleren omdat Hij onze gebeden niet verhoort?
Wiens schuld is dat?
Dat lijkt een vreemde vraag, maar denk eens na: als de Here God ons gebed niet verhoort, wiens schuld is dat dan? Zit de Here God dan fout? Of… was ons gebed niet goed? Wat bidden wij dan? Vergeten we te zeggen (zoals de Heer Jezus deed) ‘…maar Uw wil geschiedde Vader’?
Als de Here God genezing geeft, is dat een groot getuigenis. Op dit moment worstelt mijn zwager Peter met een nare ziekte: de druk in zijn ogen loopt onverklaarbaar hoog op. Daardoor komen de zenuwen achter zijn ogen in de knel waardoor ze afsterven. Als dat door blijft gaan wordt hij blind. Het kan zelfs zijn dat hij zijn ogen zal verliezen. En omdat de druk in zijn ogen nu zo onverklaarbaar snel toeneemt, is de angst en het verdriet groot. Er wordt veel gebeden. Peter en zijn vrouw Judith zijn kinderen van God en ze vertrouwen op Hem.
Maar wat geloven ze dan? Dat de Here God Peter zal genezen? Nou, dat hopen ze wel natuurlijk. En vandaag hoorde Peter dat de idioot hoge druk die hij de laatste tijd had, vreemd genoeg geen schade heeft aangericht. De arts stond voor een raadsel. Reden, om de Heer te danken. Het probleem is nog niet weg, want de druk blijft te hoog en de dreiging blijft daardoor. Ik sprak Judith gisteravond. En ze zei: ‘wij willen bidden dat God datgene doet, wat ertoe leiden zal dat Zijn naam verheerlijkt wordt.’ Natuurlijk: een Christen die ‘op gebed geneest’ dat is een groot getuigenis, maar het getuigenis van een kind van God die getroffen door zo’n ernstige ziekte, maar toch blijmoedig blijft en vertrouwen blijft houden, is ook een groot getuigenis. Want onze hoop ligt niet besloten in wat ons in dit leven overkomt, dit leven is een leerschool voor ‘straks’, als wij in de hemelse heerlijkheid zullen zijn.
Als wij bidden dat de Here God ons helpen zal, maar dan wel zodanig, dat Zijn Naam wordt groot gemaakt in ons leven, dan zal de Here God ons gebed beslist verhoren. Op welke manier? Daarin mogen we op Hem vertrouwen, Die onze Vader is en Die ons kent van haver tot gort, Die onze gedachten en verlangens kent en Die het allerbeste voor ons heeft bestemd!