In de Bijbel staat dat er geen vergeving mogelijk is voor ‘de zonde tegen de Heilige Geest’. Zodra mensen dat lezen zal satan beginnen met aanklagen: ‘jij hebt God gelasterd; jij hebt Zijn Evangelie ontkend, jij hebt… (vul maar in) En het kan –net als die olifant- een obsessie worden om maar te voorkomen dat je DE zonde zult doen. Door daar telkens aan te denken ga je vrezen dat jij die zonde hebt gedaan, want je gaat er over nadenken (‘wat is dan die zonde?’) en bent vervolgens bang dat die gedachten zelf (het antwoord op jouw vraag) al ‘de zonde’ waren… En satan zal je daarin enthousiast aanmoedigen! Want hij zal je elke dag aanklagen voor de mogelijkheid dat jij die zonde begaan hebt. Je bidt om vergeving, maar met die tekst in je gedachten dat er geen vergeving mogelijk is, klinkt de wanhoop al in je hart. Ben je nu verdoemd?
Om daar maar meteen op in te gaan: Nee. Want de zonde tegen de Heilige Geest kan niet worden bedreven door een kind van God. (een kind van God is niet iemand die naar de kerk gaat, of iemand die in God gelooft, maar dat is iemand die zijn zonden heeft beleden en zijn hart aan de Heer Jezus heeft gegeven. ) Laten we de teksten eens lezen waar over deze zonde wordt gesproken.
De teksten
Marcus 3 vers 22-30
“En de schriftgeleerden, die van Jeruzalem gekomen waren, zeiden: Hij heeft Beëlzebul, en door de overste der boze geesten drijft Hij de geesten uit. En Hij riep hen tot Zich en sprak tot hen in gelijkenissen: Hoe kan de satan de satan uitdrijven? En indien een koninkrijk tegen zichzelf verdeeld is, kan dat koninkrijk zich niet staande houden. En indien een huis tegen zichzelf verdeeld is, zal dat huis niet kunnen bestaan. En indien de satan opstaat tegen zichzelf en verdeeld is, kan hij niet bestaan, doch is hij aan zijn einde. Maar niemand kan het huis van de sterke binnengaan en zijn huisraad roven, als hij niet eerst die sterke heeft gebonden, en dan zal hij zijn huis plunderen. Voorwaar, Ik zeg u, dat alle zonden aan de kinderen der mensen zullen vergeven worden, ook de godslasteringen, welke zij gesproken mogen hebben; maar wie gelasterd heeft tegen de heilige Geest, heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar staat schuldig aan eeuwige zonde. Immers, zij zeiden: Hij heeft een onreine geest.”
In Matteus 12 vers 31-32 zei de Heer Jezus tot de Farizeëen:
“Daarom zeg Ik u: alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden, maar de lastering van de Geest zal niet vergeven worden. Spreekt iemand een woord tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar spreekt iemand tegen de Heilige Geest, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw noch in de toekomende”.
Wat is nu precies die zonde?
Maar willens en wetens ontkenden zij deze waarheden en verdraaiden ze zelfs om de mensen voor te liegen. Ze vertelden de toehoorders zelfs dat de Heer Jezus deze wonderen deed uit de kracht van satan. Daarmee ontkenden ze de Heilige Geest van God, zó zelfs dat ze het omdraaiden en zeiden dat de Heer Jezus Zelf een onreine eest had en door de satan Zijn wonderen deed. Maar ze wisten wel beter! Het was een gemene leugen en het bewust afwijzen van de Messias.
De Heer Jezus heeft de satan overwonnen!
De Heer Jezus antwoordt de Farizeeën dat een huis wat tegen zichzelf verdeeld is geen stand kan houden. Met andere woorden: het is zelfs onnozel te veronderstellen dat de satan tegen zichzelf zou strijden. Nee, de Heer Jezus maakt zelfs duidelijk dat de satan overwonnen is en dat Hij zijn huis zal laten plunderen. (Marcus 3:25-27 Lucas 11:17-22) Zoals de Heer Jezus onreine geesten uitdreef zo gaf Hij ook Zijn discipelen de opdracht dat te doen. (Lucas 9:1) De satan is gebonden en kinderen van God is de macht gegeven om demonen uit te werpen (het huis van satan te plunderen) in de naam van Jezus Christus. De huiseigenaar is immers gebonden!
‘de zonde tegen de Heilige Geest’
Hieruit kun je opmaken dat de zonde tegen de Heilige Geest is: een houding van permanente weerstand tegen de Heilige Geest en tegen de goddelijkheid van Jezus Christus en zijn evangelie van genade, vergeving en redding; het bewust verwerpen van het Evangelie. God de Vader heeft het offer van zijn Zoon aangewezen als de enige weg tot behoud; er is geen andere Weg dan Jezus Christus.
[note]
- het willens en wetens onderwijzen of doorgeven van de verdraaiing van de waarheid door de Geest Gods omlaag te halen en zelfs als tovenarij te beschrijven.
- het tegen beter weten in blijven ontkennen dat de Heer Jezus de Zoon van God is en dat door Zijn offer de vloek der zonden wordt weggedaan.
[/note]
Aangezien de Heer Jezus DE weg, DE waarheid en HET leven is en geen mens tot de Vader (God) kan komen dan door Hem (Johannes 14:6) gaan de mensen die blijven volharden in deze ontkenning verloren. Er is immers geen andere mogelijkheid om behouden te worden.
Jesaja 42:1-7 God zegt hier dat Hij Zijn Geest op ‘de Knecht des Heren’de Heer Jezus) gelegd heeft. Die Geest ontkennen is hetzelfde als de identiteit van de Heer Jezus permanent ontkennen en te ontkennen dat de Heer Jezus zijn wonderen doet door de Geest van God. Dit is de ergste zonde.
Kan een kind van God de ‘zonde tegen de Heilige Geest’ begaan?
Nee. Weet je waarom niet? Als iemand het Evangelie van de Heer Jezus Christus hoort en begrijpt, maar het willens en wetens afwijst en zijn geweten het zwijgen oplegt, dan zal die persoon nooit zijn hart aan de Heer Jezus geven. Degenen die deze zonde begaan, worden dus nooit een kind van God. Derhalve kan een kind van God deze zonde niet begaan, omdat hij de waarheid niet heeft afgewezen. (anders zou hij immers geen kind van God zijn)
1 Petrus 1:3-5
Wij, als kinderen van God, worden voor zo’n zonde bewaard door de kracht Gods. Hoewel we wel de Heilige Geest kunnen bedroeven, verzegelt Hij ons toch tegen de dag des oordeels.
(lees ook Efeziers 4:30).
Is berouw nog mogelijk?
Voorbeeld van berouw
Toen Paulus nog Saulus was, ontkende hij de Heer Jezus als de Messias, de Zoon van God. Saulus sprak in zijn onwetendheid ‘tegen de Zoon der mensen’ (Matteus 12:32) Saulus ging zelfs zó ver, dat hij volgelingen van Christus vervolgde en doodde. Maar zijn hart was niet verhard; toen de Heer Jezus aan hem verscheen kreeg Saulus berouw. Nu bewust geworden van de waarheid verwierp hij niet langer de Zoon der mensen en niet langer ontkende hij de Geest van God in Jezus Christus. Hij maakte zich niet schuldig aan het 2e deel van Matteus 12 vers 32: de zonde tegen de Heilige Geest. Saulus werd Paulus; hij kreeg vergiffenis! Hij werd de apostel van Jezus Christus, die – speciaal aan de heidenen – het evangelie bracht.
Voorbeeld van geen berouw
De farao te tijde van Mozes, verhardde zijn hart. (Exodus 7:13 Exodus 7:23 Exodus 8:19 Exodus 8:32)
Als je je hart verhardt dan neemt die verharding steeds toe en vroeg of laat is het onomkeerbaar geworden. Dan kan de Geest van God je hart niet meer bereiken. Dan geeft God je over aan je zonden en verdorven gedachten en dan wordt je niet meer opmerkzaam voor zonde (je geweten schroeit dicht) waardoor je kansen op berouw afnemen. Het is uiteraard niet zó dat God mensen overgeeft aan zonde en hen dan ervoor veroordeeld, maar mensen die Gods genade in Jezus Christus blijven afwijzen en blijven volharden in hun zonden zullen dan steeds extremer worden daarin.
‘..verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid.’
(Efeziërs 4 vers 18-19).
Gevaar
Je bent wel echt in gevaar als je voortdurend opstandig bent en de Heer Jezus afwijst. Als je nooit spijt over die opstandigheid krijgt. Als jij denkt dat dit op jou van toepassing is, lees dan de volgende tekst:
“Zoekt de Here, terwijl Hij zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij zich over hem ontfermen en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig”
(Jesaja 55 vers 6-7).
Als je werkelijk spijt hebt van je zonden en ze belijdt en pleit op de verlossing door de Heer Jezus, dan zul je vergeving ontvangen, maar je ontvangt ook hulp om niet terug te vallen in je zonde. De apostel Paulus, die als Saulus vergeving kreeg, zegt het volgende tegen jou in 1 Timoteüs 1 vers 12-16:
|