de verschrikkelijkste woorden in de Bijbel 1

Ok, je hebt belijdenis gedaan van je geloof, je bent gedoopt, je bent lid van een kerk en je hebt een goede reputatie. Je gaat met enige regelmaat naar de kerk en je leeft een ‘moreel goed leven’. Helaas zijn er vandaag de dag in de rangen van het christendom duizenden (of miljoenen) mensen in exact dezelfde positie. Ik zeg helaas, omdat geloven, doop door onderdompeling of besprenkeling en een goed leven geen vervanging kan zijn voor het leven vanuit de reddende genade door de Heer Jezus Christus.

De kerken zijn vandaag de dag gevuld met verlorenen die zich in dezelfde positie bevinden. Zó leven helpt je om een redelijk goed leven te leiden, waardoor je medemens goed over je te spreken zal zijn, maar wat als je één van de volgende vreselijke dingen zou moeten horen…

“God heeft ons overgegeven”

De Bijbel vertelt dat een volk wat leeft in boosheid, ongerechtigheid en rebellie tegen de gerechtigheid en heiligheid van de Almachtige God zal worden overgegeven aan zichzelf. Dit wordt drie maal herhaald in Romeinen hoofdstuk 1. In vers 24 “Daarom heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan onreinheid”, In vers 26 “Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke lusten” en in vers 28 “God heeft hen overgegeven aan een verwerpelijk denken”. De Bijbel benadrukt ook hier dat onze heilige, rechtvaardige en liefdevolle God “grenzen” kent aan Zijn mededogen en barmhartigheid.

De Heer Jezus Christus heeft ons verteld dat de immorele toestand van de mensheid aan het einde van dit huidige tijdperk precies zó zou zijn als die van Sodom en Gomorra. Lucas 17 vers 30. Alles wat wij hoeven te doen is om ons heen te kijken om te zien dat wij in dit tijdperk leven.

Vrij, maar niet losbandig

Als de Here God ons overgeeft aan onszelf zijn we op weg naar de afgrond. Paulus, sprekend over deze toestand zegt in 1 Korintiërs 6 vers 9-10: “Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.” Dit mag duidelijk genoeg zijn voor iedereen. Maar kunnen deze mensen nog gered worden? Natuurlijk kan dat! Maar pas na oprecht berouw en een zich afwenden van hun goddeloze levensstijl. 1 Korintiërs 6 vers 11-13, Lucas 13 vers 1-5

Dit zijn verschrikkelijke woorden: “God heeft hen overgegeven.” Maar dit zijn niet de meest verschrikkelijke woorden die de ongelovige mens ooit zal horen…

“Bid niet voor dit volk ….. want Ik hoor naar u niet”

Zo’n 700 jaar voor de eerste komst van Christus bracht de Here God Zijn oordeel over het noordelijke koninkrijk van Samaria. Samaria werd binnengevallen en weggevoerd in ballingschap door de legers van het oude Assyrië. De Here God stond dit toe vanwege de afvalligheid en slechtheid van de inwoners van het noordelijke koninkrijk. Er is geen verslag dat beschrijft dat een “overblijfsel” van deze mensen ooit terug keerde uit Assyrische ballingschap. Integendeel, in het voorbijgaan van de eeuwen zijn velen van hen geassimileerd in Assyrië, Babylon, en Media-Perzië en andere landen en zij zijn hun oorspronkelijke erfgoed vergeten.

Helaas leerde het zuidelijke koninkrijk Juda niet van wat er met Samaria gebeurd was. Net als hun broeders voor hen, waren zij meer en meer weerspannig tegen de Here God. Lees het zelf in Ezechiël 16. De Here God bracht vervolgens over Juda de Babylonische legers die de Joodse tempel vernietigde en het volk van Juda wegvoerde in ballingschap naar Babylon waar zij 70 jaar bleven. Echter, vóórdat een van beide koninkrijken onder het oordeel van God werd gebracht, werden zij herhaaldelijk gewaarschuwd om zich af te keren van hun verkeerde wegen.

Smeekbeden

Hoe vriendelijk en geduldig de Here God ook was geweest: ze weigerden om te luisteren naar de profeten die de Heer hen zond en liepen de gedachten van hun eigen boze hart na. Deze situatie was een grote last voor de echte “mannen van God”, die werden gestuurd om hen te waarschuwen, zozeer zelfs dat deze echte “mannen van God” huilden en riepen tot de Heer als zij tot de Heer baden voor het volk. Het is dan in deze setting dat een aantal van de meest verschrikkelijke woorden in de Bijbel voor het eerst werden geuit. Luister aandachtig als de Here God tot Zijn profeten zegt: “Gij nu, bid niet voor dit volk; zend voor hen geen smeking op en geen gebed, en dring niet bij Mij aan, want Ik hoor naar u niet.” Jeremia 7 vers 16 en hoofdstuk 11 vers 14.

Zulke verschrikkelijke woorden! Dus wat als de Here God plotseling over jouw ziel zou zeggen: “Bidt zelfs niet voor hem (of haar), want Ik zal niet horen”… Als de Heer dit ooit gezegd heeft over een ziel dan zal deze ziel de eeuwigheid doorbrengen in de hel. Vreselijk woorden! Zij zijn echter niet de meest verschrikkelijke woorden die een ziel ooit kan horen…..

gewogen, en te licht bevonden

De Here God heeft een lang geheugen. Hij heeft nooit vergeten hoe het oude Babylon in Zijn land, duizenden van Zijn uitverkoren volk heeft afgeslacht, geplunderd en hoe Zijn Heilige Tempel in brand werd gestoken en hoe duizenden overlevendee naar Babylon als gevangenen werden weggevoerd. Vele jaren gingen voorbij! Nebukadnezar stierf en één van zijn latere opvolgers en onder hen was een kleinzoon, wiens naam was Belsazar. Belsazar was een jonge man wiens karakter totaal ongeschikt was voor de positie die hij had geërfd.

Deze koning van Babylon steeg de rijkdom naar het hoofd. Hij geloofde blijkbaar dat “het grote Babylon” onoverwinnelijk was en dat hij, als heerser daarvan eveneens onoverwinnelijk was. Hij gaf grote en langdurige feesten in de stad en het paleis, en gaf zelfs nog een groot feest voor zijn officieren terwijl zijn stad al werd omringd door de legers van Cyrus, de koning van de Meden. Cyrus minachtend, in de overtuiging dat hij toch niet kon winnen en alle goden minachtend behalve die van de Babyloniërs, liet hij de gestolen heilige vaten uit de tempel van Israël ophalen en gebruikte ze om uit te drinken terwijl hij en zijn officieren de heidense goden van Babylon vereerden.

In de loop van dit dronkemansfestijn verscheen plotseling een hand die op de muur van het paleis schreef. Noch Belsazar, noch een van zijn “wijze mannen” kon lezen wat de hand op de muur had geschreven, zodat Daniël werd opgeroepen om het geschrevene te “interpreteren” voor Belsazar. Toen Daniël het schrift las, zei hij tot Belsazar, “Gij zijt in de weegschaal gewogen en te licht bevonden” Daniel 5 vers 27 Diezelfde nacht werd Belsazar gedood en zijn goddeloze ziel daalde af in de putten van de hel. Wat een verschrikkelijke woorden!

Hoevelen leven vandaag de dag ook alsof er geen morgen komt. Hun leven door brengend met feesten, drinken, drugs, sport, zich overgevend aan ontucht en overspel, en elke andere vorm van boosheid, die hun geest of pad kruist. Maar op een dag, en dat kan ook al snel zijn, zal de Here God zeggen zoals Hij zo lang geleden zei tegen Belsazar: “Je bent in de weegschaal gewogen en te licht bevonden.” Als dat gebeurt, zal het te laat zijn om te schreeuwen om genade! Dit zijn verschrikkelijke woorden! Zoek de Heer Jezus als je Redderzolang je nog de kans hebt! Maar zelfs deze verschrikkelijke woorden zijn niet de meest verschrikkelijke woorden die een ziel ooit zal horen…..


Volgende week drie nog verschrikkelijker uitspraken