de verbonden (deel 2)

Gods verbond met David

Dit verbond met al zijn voorwaarden en bepalingen wordt uiteengezet in 2 Samuel 7 en 1 Kronieken 17. Dit is een van de belangrijkste verbonden in de Bijbel als het gaat om het begrijpen en “recht snijden van het Woord der waarheid,” Een goed begrip van wat er eigenlijk is vermeld in dit verbond zal duidelijk de rol van zowel het verloste Joodse volk en de Nieuwe Verbond gelovigen weergeven. In dit verbond met David zegt de Heer tegen David dat Hij hem een huis zou maken. 2 samuel 7 vers 11. Dit betekent letterlijk dat het “Huis van David” zou worden opgericht als een dynastie om “voor altijd” te heersen over de natie en het volk van Israël. 2 samuel de hoofdstukken 7 en 17. Maar het was niet beperkt tot het huis van David….

Een belofte voor David: koning voor eeuwig

Koning David zelf heeft een persoonlijke rol te vervullen in dit verbond! Let op de Heer’s belofte aan David in 2 Samuël 7 vers 16: “Uw huis en uw koningschap zullen voor immer bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal vast staan voor altijd.” De uitdrukking “voor uw aangezicht” betekent letterlijk “voor uw eigen ogen, in uw aanwezigheid.” Dat David deze verklaring begreep als letterlijke waarheid werd bevestigd door het antwoord van David tot de Here God. (2 Samuël 7 vers 18-19 en 1 Kronieken 17 vers 16-27. De profeet Ezechiël leefde honderden jaren na koning David, maar Ezechiël profeteerde expliciet dat koning David de herder en vorst over Israël zou zijn in de toekomstige eeuwen voor eeuwig Israëls koningzal zijn. (Ezechiël 34 vers 23-24; Ezechiël 37 vers 24-25). Wanneer het land Israël weer verdeeld is onder de stammen van Israël, wordt volgens de profeet Ezechiël zelfs een specifiek gedeelte van het land gereserveerd voor koning David, Israëls “prins” (heerser), Ezechiël 45 vers 7-8.

Een land zonder koning

Nog meer bevestiging van deze waarheid is te vinden in Hosea 3 vers 4-5, waar de Schrift zegt: “Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil – in de dagen der toekomst.” Inderdaad had het Joodse volk de afgelopen 2.600 jaar geen koning uit hun midden. De Joden keerden terug naar hun land als een natie in 1948-1949, en, net als de meeste van de andere landen van de wereld, vestigden zij de “democratische” vorm van de overheid toen ze terugkeerden naar hun land. Het is echter bewezen dat ook democratie niet werkt. De tijd zal komen, na de ‘ ure van Jacobs benauwdheid’ dat velen zoek zullen gaan naar de Heer, precies zoals geprofeteerd in deze passage in Hosea. Dat zal gebeuren als de Here Zijn volk bewaart in de woestijn, tijdens de 2e helft van de grote verdrukking. Thans heeft Israël geen koning als heerser, maar we kunnen in Hosea en in Ezechiël lezen dat ‘nadien’ koning David hun toekomstige koning zal worden.

Het zaad van David: de Koning der koningen

Natuurlijk wordt dit Davidische verbond voldaan op basis van het werk van het “zaad” van David, 2 Samuël 7 vers 12 “Wanneer uw dagen vervuld zijn en gij bij uw vaderen te ruste zijt gegaan, dan zal Ik uw nakomeling, uw eigen zoon, na u doen optreden, en Ik zal zijn koningschap bevestigen.” Deze passage verwijst rechtstreeks naar de Heer Jezus Christus, die het “zaad” van David was (en is). “Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David” (Mattheüs 1 vers 1) “de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids” (Openbaring 5 vers 5). Davids zoon, Salomo, geloofde dat deze profetie op hem van toepassing was (2 Kronieken 6 vers 8-11) maar Salomo was zeker niet degene die was “getuchtigd met een roede der mensen en met slagen der mensenkinderen” 2 Samuel 7 vers 14. Deze trieste, verschrikkelijke, maar glorieuze eer behoort alleen aan de Heer Jezus Christus, lees Jesaja 53 vers 1-12. De Heer Jezus is de Koning der koningen en David zal weer koning van Israël zijn.

Het nieuwe verbond met de mens

Dit verbond werd voor het eerst voorzegd in Jeremia 31 vers 31-34 en al haar voorwaarden zijn beschreven in deze passage, en in Hebreeën 8 vers 6-13, Hebreeën 10 vers 6-18 en de rest van het Nieuwe Testament. De nacht voordat Heer Jezus Christus gekruisigd werd ontmoette Hij Zijn Joodse discipelen om samen het Pascha avondmaal te gebruiken. Na de Paasmaaltijd sloot de Heer dit “nieuwe verbond” met Zijn Joodse discipelen. Met andere woorden, dit Nieuwe verbond was allereerst voor Israël. (Romeinen 11 vers 1-7; Galaten 6 vers 15-16; Matteus 26 vers 26-28) De volgende ochtend werd de Heer gekruisigd en gaf Zichzelf als ‘bloedoffer’ om de zondeschuld van het Joodse volk en van de gehele mensheid te betalen, waardoor het “nieuwe verbond” door verzegeling met Zijn eigen dierbaar bloed in werking werd gezet. Kolossenzen 2 vers 13-15. Dank U Heer Jezus! Lof voor Uw Heilige Naam!

De Heer Jezus begon door prediking en onderwijs de ‘veranderingen’ in het oude verbond uit te leggen (Hebreeën 7 vers 11-19; Matteus 13 vers 10-17 Matteus 5 vers 21-22, vers 27-28, vers 31-32, vers 33-35, vers 38-39, vers 43-45 ) die nodig waren om niet alleen het gelovige joodse volk te verlossen, maar ook de gelovige heidenen te verlossen en het Koninkrijk te herstellen, wat Adam had verloren in zijn val. In elk van deze nieuwtestamentische passages legt de Heer Jezus de echte geestelijke waarheid achter de Wet uit. In het formuleren van het “nieuwe verbond” verklaart de Heer Jezus Christus de mogelijkheid voor zowel de Joden en heidenen om gered te worden. (Romeinen 10:8-13)

De nieuwe mens

Johannes 3:1-7 De Heer zei tegen Nicodemus dat “een man” (de mens, man of vrouw) die wil “zien” of het koninkrijk van God wil binnengaan eerst wederom geboren moet worden. Door middel van deze wedergeboorte begon het proces van het creëren van een nieuw soort mens, een mens, die de Geest van God ontvangt; een mens die een kind van God wordt. Jacobus 1:18. Met andere woorden, wij, als “nieuwe verbond gelovigen” zijn “uit God geboren.” (Johannes 3 vers 5-8; 1 Petrus 1 vers23)

Bij het uiteenzetten van dit onderwerp zijn er drie Bijbelse waarheden:

1.

“Wedergeboren” (van boven geboren) is een totaal nieuwe verbondswaarheid. Er is geen vermelding in het Oude Testament van een gelovige die ooit opnieuw geboren werd. Ja, er waren berouwvolle zondaars die door het geloof onder het oude verbond werden gered, maar van niet één van hen werd ooit gezegd dat hij opnieuw geboren moest worden. De “nieuwe geboorte” is helemaal een nieuwtestamentische leer, uiteengezet door Christus Zelf en kan allen verkregen worden door berouw en overgave van de nieuwe verbond gelovige, Jood of heiden.

2.

Het Nieuwe Testament stelt duidelijk: “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.” 2 Korintiërs 5 vers 17. (Zie ook Galaten 6 vers 15, Efeziërs 4 vers 24 en Kolossenzen 3 vers 10) Er is eveneens geen vermelding in het Oude Testament van een oude verbond gelovige die ‘een nieuwe schepping’ werd. Ook dit is een Nieuwe Testament waarheid alleen voor Nieuwe Verbond gelovigen, die we ontvangen op het moment dat we de Here Jezus Christus als onze persoonlijke Verlosser aannemen.

3.

De Schrift vermeldt dat Nieuwe Verbond gelovigen “deel zouden hebben aan de goddelijke natuur” 2 Petrus 1 vers 1-4. Dit betekent letterlijk dat, door middel van de “nieuwe geboorte”, de Nieuwe Verbond gelovigen het karakter van de Here God Zelf ontvangen! Daarom worden we in het Nieuwe Testament genoemd “de zonen van God”, Galaten 3 vers 26 Ook dit is nooit gezegd van een oude verbond gelovige.

Trots

Bij het overdenken van deze drie waarheden zouden we trots kunnen worden. Maar laten we bedenken dat wij deze schat (de 3 punten hierboven) in aarden vaten hebben (onze vleselijke lichaam) en de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons,” 2 Korintiers 4 vers 6-7 . Wij hebben op dit moment nog steeds een “zondige aard” in ons vlees (Romeinen 7 vers 18), die de geest van Christus onderdrukt de goddelijke natuur in ons versluierd. Dit dwingt iedere ware gelovige om te kijken naar (en te vertrouwen op) onze dierbare Heer voor Zijn wijsheid en kennis, kracht, macht en leiderschap in ons dagelijks. Johannes 15 vers 5. Vergeet nooit dat 1 Petrus 5:5-6 nog steeds in de Bijbel! Dit is ook de reden waarom de Schrift expliciet staat: “Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.” Romeinen 8 vers 18-19. Glorie aan God!