“Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan – wie het leest, geve er acht op – laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen. Wie op het dak is, ga niet naar beneden om zijn huisraad mede te nemen, en wie in het veld is, kere niet terug om zijn kleed mede te nemen. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen. Bidt, dat uw vlucht niet in de winter valle en niet op een sabbat. Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal.”
gruwel
Het Griekse woord wat hier is vertaald met ‘gruwel’ is het woord “bdelygma.” Dit woord is het equivalent van het Hebreeuwse woord “siqqus,” wat het woord is wat ook werd gebruikt in Daniel 11:31 en Daniel 12:11. Het woord betekent een ‘vuil ding’, ‘walgelijk wegens zijn stank’; ‘stinkend’; ‘een verachtelijk ding’; ‘een onzuiver ding’; ‘een ding wat vooral afschuwelijk is voor Jehovah God’; ‘een idool’; ‘een idool en zijn onzuiverheden vereren.“ Het ‘ding’ zal zó vuil en walgelijk zijn voor God, dat het in Zijn aanwezigheid letterlijk stinkt.
verwoesting
Het Griekse woord wat hier is vertaald met ‘verwoesting’ is het woord “eremosis.” Het Hebreeuwse woord is “samem,” en dit woord is gebruikt in Daniel 9:27, Daniel 11:31, en Daniel 12:11. Dit woord betekent: ‘desolaat maken’; ‘vernietiging brengen over’; ‘verwoesting’; ‘leeg, verlaten’; ‘ongebruikt en stil’.
De gruwel der verwoesting
Als we de woorden bij elkaar brengen is het dus ‘een ding’ wat zo vuil en verachtelijk is in God’s ogen, dat het zal resulteren in een leeg en verlaten Joods land en Joodse dorpen en steden, verwoest, leeg en desolaat.
De ‘rede over de laatste dingen’
Alle drie de verslagen van de ‘rede over de laatste dingen’ in Matteus 24-25, Markus 13 en Lukas 21 gaan over dezelfde verhandeling van de Heer Jezus aan dezelfde vier Joden en bij dezelfde gelegenheid. De Bergrede op de Olijfberg is door en door Joods, sprekend over- en ontvouwende de gebeurtenissen in de eindtijd, die een direct gevolg voor de Joodse bevolking van Israël – en de rest van de wereld – in die tijd zullen hebben. De drie verslagen verschillen in bewoording omdat de Heer daardoor verschillende aspecten in de rede kan laten zien. Maar het feit dat alle drie de verslagen dezelfde rede betreffen, op dezelfde tijd en aan dezelfde toehoorders moet je in gedachten houden. Laten we nu eens zien wat de Heer Jezus Zelf gezegd heeft over ‘de gruwel der verwoesting’.
- deze gruwel zal iets zal zijn wat door de mensen straks daadwerkelijk word gezien. De Joden die dan leven zullen het met hun eigen ogen aanschouwen.
- de gruwel zal iets zijn wat staat.
- de plaats van deze gruwel is ‘de heilige plaats’. Elke gelovige Jood zal je vertellen dat dit verwijst naar de tempel en de voorhof. Dit zou dus betekenen dat de gruwel der verwoesting wordt opgericht op de de binnenplaats, de voorhof van de Eindtijdtempel.
- zij, die deze profetie lezen, moeten er acht op slaan; het proberen te begrijpen. Deze rede was niet in de eerste plaats voor de gemeente, maar vooral bestemd voor de Joden. (ik denk zelf dan ook dat de gemeente tegen die tijd is weggerukt van de aarde)
- de Heer Jezus verwijst voor ‘de gruwel der verwoesting’ naar de profeet Daniël.
Daniel 11 vers 31 Dan zullen strijdmachten door hem op de been gebracht worden; zij zullen het heiligdom, de vesting, ontheiligen, het dagelijks offer doen ophouden en een gruwel oprichten, die verwoesting brengt.
Die ‘hem’ is de antichrist
De eerste twintig verzen van Daniël 11 spreken over koningen van Egypte en Syrië, historische figuren. Dan, tussen vers 20 en 21 zit een gapend gat in de tijd en ‘een verachtelijk man’ wordt geïntroduceerd die daarna (na vers 21) de centrale persoon is. Deze ‘verachtelijke man’ is niemand anders dan de antichrist.
Een tempel?
Daniël 11 vers 31 zegt ‘zij zullen het heiligdom, de vesting, ontheiligen’. Hoe kunnen zij het heiligdom ontheiligen als dat er niet is? Omdat er in Matteüs wordt gesproken over ‘de heilige plaats’ gaan sommigen er van uit dat het ‘de Tempelberg’ is (een heilige plaats immers) en dat er niet noodzakelijkerwijs een tempel hoeft te staan. Echter, in 2 Tessalonicenzen 2:4 staat nadrukkelijk vermeld ‘..zodat hij zich in de tempel Gods zet’. Ook in Openbaring 11 wordt nadrukkelijk gesproken over ‘de tempel’. Er zal, volgens Gods geïnspireerde Woord, een tempel zijn in de eindtijd!
Het dagelijks offer
Daniel 11:31 spreekt over ‘het dagelijks offer’ wat zal ophouden en hetzelfde vinden we in Daniël 9 vers 27 ‘…in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden’
Iets wat kan ‘staan’
In Daniel 11:31 lezen we verder: ‘…en een gruwel oprichten’. Merk op, dat ‘de gruwel’ wordt opgericht. Het Hebreeuwse woord wat is vertaald met ‘oprichten’ kan ook worden vertaald als ‘opzetten’, ‘rechtop zetten’, ‘neerzetten’ of ‘in positie plaatsen’. Deze ‘gruwel’ is dus blijkbaar een object dat wordt neergezet/geplaatst op de voorhof van de dan herbouwde tempel in Jeruzalem gedurende de laatste jaarweek van Daniëls profetie. Daniel 12:11 bevestigt dit nog eens.
conclusie
We hebben dus Bijbels bewijs vanuit de twee passages in Daniëls profetie, alsmede in de bergrede zoals verwoord in Matteus 24 vers 15 en Markus 13 vers 14, dat de ‘gruwel’ een materieel object is, wat wordt neergezet op de voorhof van de tempel in Jeruzalem. Het zal een zichtbaar object zijn, zodat iedereen die er naar kijkt, het zien kan met de eigen ogen. Wat kan dit voor object zijn?