Als je de Bijbel leest dan zie je hoe de Here God sprak en werkte door mensen. Engelen, die hielpen, wonderen die gebeurden. Zou het mogelijk zijn dat dit soort dingen ook nu, vandaag de dag, nog gebeuren? Lees met me mee!
In 2002 was ik met een zware burnout thuis. Zwaar overspannen en depressief. (ook kinderen van God zitten soms in de put, kijk maar eens naar David) Niet bepaald een blije getuige en ‘dus’ onbruikbaar in het Koninkrijk van God. Toch? Dat dacht ik zelf tenminste wel. Er was één ding wat me blij maakte in die dagen: ik had een nieuwe auto mogen bestellen! Mijn ‘oude’ auto had ik al ingeruild, maar ik moest nog wel enkele maanden wachten op de levering van de nieuwe. Toen, in een weekend waarin we logées hadden (mijn zus, haar man en hun kinderen) vond ik op de parkeerplaats bij een supermarkt een briefje onder de ruitenwisser van mijn auto waarop stond: ‘uw auto is zojuist aangereden en de veroorzaker heeft even gekeken en is vervolgens weggereden. Hier is zijn kenteken…’ Ik w? s al zo overspannen; kon nauwelijks een gesprek voeren zonder in huilen uit te barsten en nu… de auto die al ingeruild was, was beschadigd.. Ik belde de politie en die gaven mij de naam en het adres van de persoon op wiens naam het genoemde kenteken stond.
Een vrouw nam op, toen ik hen opbelde. Ze bevestigde meteen dat hun auto mijn auto geraakt had op de parkeerplaats, maar haar zoon, die de bestuurder was, had gekeken en gedacht dat er geen schade was. Nou, dat was wèl zo! Deze mevrouw vroeg mij om bij haar thuis te komen, zodat we e.e.a. konden regelen. Eerlijk gezegd vond ik het een beetje raar dat zij vroeg of ik bij haar thuis kon komen; ik had die botsing toch niet veroorzaakt immers? Maar goed, ik was al blij dat ‘de veroorzaker’ het niet ontkende en het via onze verzekeringen regelen wilde. Voor de zekerheid vroeg ik mijn zus om met me mee te gaan, want ik vertrouwde mijn emoties niet. Zij kon eventueel het gesprek wel overnemen! Toen we bij die mevrouw thuis kwamen deed ze zelf de deur open. En eigenlijk meteen zei ze: ‘sorry dat ik u vroeg om hiernaartoe te komen! Maar het zit zó: ik heb kanker en ben terminaal. (stervende) Ik wil liever in mijn eigen huis blijven.’ Dat begrepen we uiteraard. Terwijl we onze gegevens uitwisselden (en de zoon even langs kwam om te zeggen dat hij het heel vervelend vond, maar echt het idee had gehad dat er geen schade was), spraken we nog even door.
Wat mij opviel was -je zou bijna kunnen zeggen- de levenslust van deze mevrouw. Ze was bijna vrolijk en vertelde ronduit over haar ziekte en de sombere ’toekomst-verwachting’. Op een gegeven moment vroeg ik haar: ‘u bent zo sterk; heeft u een geloof wat u sterkt in deze moeilijke tijd?’ Nee, dat had ze niet echt. (‘van huis uit zijn we …’ u kent dat misschien wel) ‘Maar’, ging ze verder ‘je leert wel de mensen kennen als je zo ziek bent. Ik zal u zeggen, dat vrienden van ons, van wie we het nooit zouden verwachten, ons compleet in de steek lieten na het bericht over deze dodelijke ziekte. Buren, die plotseling de andere kant opkeken. Ik snap wel, dat het komt omdat ze zich geen raad weten; men weet niet wat te zeggen tegen iemand die kanker heeft, maar het doet wèl pijn! En weet u wat zo gek is? Mensen, die ik nauwelijks ken, bellen me op of komen langs. Ik krijg van mensen die bijna vreemden zijn, zómaar plotseling een bos bloemen in mijn handen gedrukt en weer een ander zegt met tranen in zijn ogen: “ik weet gewoon niet wat ik tegen je zeggen moet, maar ik vind het zo vreselijk voor je!” Zo kwam van de week zomaar een ‘buurman’ ergens uit de straat me een boek brengen zodat ik wat te lezen had. En ik was daar erg blij mee, want ik lees zo graag! Maar die lieve reacties van mensen: dat is zó geweldig!!!’
Een aantal jaren daarvoor had ik een boek geschreven over een jongen, die aan de drugs verslaafd raakt. In dat boek had ik ook beschreven dat God zo’n liefde voor de mens heeft dat zijn Zoon Jezus Christus onze zonden droeg en dat God niet wil dat iemand verloren gaat. Stiekem bedacht ik me, dat dit boek misschien voor deze vrouw tot zegen zou kunnen zijn en dat de Heer het misschien daarvoor zou willen gebruiken. Dus, toen we alle formaliteiten omtrent die aanrijding hadden afgewikkeld zei ik: ‘u vertelde dat u graag leest en dat u zo blij was met een boek wat u kreeg. Zou ik u straks even een boek mogen brengen? Gewoon, als kado en bemoediging voor u?’ Ze accepteerde het graag! Toen we buiten waren, mij zus en ik, liepen we in stilte naar de auto. Ik reed weg en stopte om de hoek. Daar hebben we gedankt, mijn zus en ik. Wat een fantastische Vader hebben we toch!!! Toen ik thuis kwam pakte ik het boek. Ik vond het jammer om het weg te geven, want het was het laatste exemplaar wat ik zelf bezat. Maar die mevrouw had het veel harder nodig misschien! Toen ik bij de boekenkast kwam kreeg ik een verrassing: ik had nog 2 exemplaren!! (als schrijver had ik een twintigtal boeken gekregen om rond te delen, vandaar)
Hoe is het verder gegaan? Ik weet het niet. De hemelse Vader leidde me er niet in weer contact op te nemen met die mevrouw; ik ging er ook van uit dat zij mijn adres had en -als ze er over wilde praten- zij wel contact op zou nemen. Wat zou het fantastisch zijn als ik straks ‘Boven’ kom en die mevrouw daar ontmoet… Als dat stukje Evangelie in dat boek haar had aangesproken en de Helige Geest haar hart had aangeraakt… Die auto? ach…. het is blik. Een dom stuk blik, wat uiteindelijk werd gebruikt als getuigenis!
Ja, de Here God doet wonderen, nog steeds!
Mijn zus Judith las bovenstaande (zij was de zus die met me meereed) en zij plaatste een commentaar, wat me raakte. Want zij beschreef bovenstaand verhaal vanuit haar ‘point-of-view’. En het bleek dat ik niet alle wonderen had opgemerkt!? Lees hieronder nog even haar commentaar…
Ik kan – als jouw zus, getuigen dit helemaal waar is!
Maar er is één ding dat jij niet beschrijft, maar ook niet kon weten… er gebeurde nog een wonder! Blijkbaar ben jij je dat niet (meer) bewust. Weet je nog waarom ik mee ging? Ik zou als Aäron zijn, zou het woord voor jou voeren.? In de auto op de heenweg was jij nog zo terneergeslagen en echt depri. Ik maakte me zorgen over je, waarom kreeg jij dit nou nog op je bordje. Ik was ook boos op God! Had Hij dit nu niet kunnen voorkomen? Jij was ‘op’ en met al deze emoties gingen we op pad. (Je zei nog : Waarom? Ik kan niet spreken, waarom dit nu? etc.)
Weet je wat voor mij een wonder was? Op de drempel zag ik bij jou een gedaanteverandering ontstaan!
Op het moment dat die mevrouw zei ‘Sorry, dat ik u vroeg om hiernaartoe te komen! Maar ik heb kanker en ben terminaal. (stervende) Ik wil liever in mijn eigen huis blijven.’ dacht ik bij mezelf ‘ O, wat erg, wat moeten we nu,wat kan ik zeggen?’ en stond ik sprakeloos! En jij… jij begon vol begrip en vriendelijkheid te spreken! Want nog op de deurmat durfde jij (ik had echt het lef niet) al te verwoorden hoe moeilijk dat moest zijn. Heel helder, zonder stotteren of zonder een terneergeslagen toon!
Wat hadden we gemopperd samen op de heenweg in die auto! Zelfs samen nog (boos) gebeden en gevraagd waarom God nou niet toch even een engel voor de auto had gezet, of een andere auto had uitgekozen…) Binnen kon ik werkelijk geen woord uitbrengen, maar al had ik gewild 🙂 ik kwam er ook niet tussen!
Het was alsof ik er niet was. Die mevrouw was op jou gericht en jij op haar. En dat was goed, want ik heb met stijgende verbazing en verwondering gezien hoe jij boven jezelf uitgroeide en haar vertelde over God! Hoe jij haar vroeg of ze rust en vrede had?!
Was dit de man met wie ik op de heenweg in de auto zat? Ik heb niets anders gedaan dan mijn koffie opdrinken, vriendelijk geknikt en geluisterd.? Maar ik leerde toen belangrijke lessen: God kan ieder christen [die geleid wil worden door Hem] gebruiken!!? Ik weet ook niet hoe het met die mevrouw verder ging, maar ik weet wel dat wij daar moesten zijn: voor haar èn voor mijzelf!
Ik leerde die dag dat je in elke situatie over de liefde van God mag getuigen. Tot dan toe had ik echt niet de moed, durf gehad om op deze wijze op iemand te reageren! Iemand die zo ziek is…dan ga je toch niet meer praten over geloof???? Maar juist wel: Die mevrouw liet heel duidelijk merken hoe blij ze was met jouw woorden!
Ik was sprakeloos niet jij! Iemand die geen woord kon uitbrengen werd op een geweldige wijze door God gebruikt : God kon door jou heen spreken! En ik – iemand die woorden in overvloed had was sprakeloos en leerde veel…? Ik denk ook met heel veel blijdschap terug aan ons gebed samen in de auto, gebed voor deze mevrouw en een dankgebed aan God! God had ons ook op pad gestuurd naar een mevrouw met verdriet en vragen, om haar te troosten en een handreiking te bieden en voor mijn ogen veranderde een man die niet kon spreken in een man die straalde en getuigde alsof hij de hele dag niets anders deed!