De zielen hier op aarde zijn onrein
en niets zal verborgen zijn
voor de Vader is’t altijd licht
elke zonde komt in’t zicht
velen gaan naar ’t eeuwig duister
enkelen slechts die zien Gods luister
hoe groot zijn de rampen die nog komen gaan
hoe ontsteld zullen velen staan
door wat over de wereld komen gaat
velen zullen vluchten; weten zich geen raad
zeer velen zullen sterven in het wreed geweld
ach, zo velen zullen worden geveld
Hoe zul je schrikken als je bemerkt
voor wie je in de duisternis hebt gewerkt
als rijke hield jij mée de armoede in stand
honger en leed in menig land
Misbruik van de wereld, niets kon je hinderen
misbruik in de handel; misbruik zelfs van kinderen
Denk je alleen aan rijkdom en je geld
in een wereld gebaseerd op geweld
geld, het slijk der aarde
binnenkort is’t zonder waarde
dan sterven vele zielen
dan zullen machtigen de aarde vernielen
God maakte eens het paradijs; het was zuiver, het was goed
maar de vrucht van de zonde smaakte zo zoet
het paradijs werd door de mens vernield
maar het is hersteld voor de mens die knielt
de poorten van ’t Hemelse paradijs die staan nog open
we mogen nog op Christus’ belofte hopen
mens, neem de waarschuwing toch aan
laat je ziel toch niet verloren gaan
Bekeer je voor het te laat is
temidden van de wereld waar groot het kwaad is
het is nog niet te laat; je hebt nog tijd
waar zul je zijn in eeuwigheid?