Zo af en toe lezen we over aanvallen van alligators. Op een warme zomerdag besloot een kleine jongen een frisse duik te nemen in de vijver achter hun huis. De jongen ging het water in en zwom naar het midden van de vijver. Zijn moeder liep de keuken in en zag daar de kleren van haar zoontje op een slordige hoop liggen. Meteen begreep ze waar hij was en wat hij deed. Ze keek uit het raam en zag hem zwemmen. Maar ze zag ook een alligator, die op korte afstand achter hem aan zwom.
Schreeuwend rende ze naar buiten. Haar zoontje schrok en raakte gealarmeerd door haar schreeuwen. Meteen begon hij terug te zwemmen naar de kant. Hij was te laat. Vlak voor hij bij de steiger kwam kreeg de alligator zijn prooi te pakken. Terwijl de alligator de jongen aan zijn benen weg wilde trekken, greep de moeder haar zoon aan zijn armen. Daarop begon een ongelofelijke ruk-oorlog tussen die twee. De alligator was veel sterker dan de moeder, maar zij was in haar wanhoop er niet aan toe de jongen los te laten. Een passerende boer hoorde geschreeuw en stopte zijn vrachtwagen. Toen hij zag wat er gebeurde greep hij zijn geweer en schoot de alligator dood.
Wekenlang verbleef de jongen in het ziekenhuis. Zijn benen waren lelijk toegetakeld door het bijten en trekken van de aligator en op zijn armen waren diepe krassen waar de nagels van zijn moeders vingers in zijn vlees gegraven hadden omdat ze hem niet wilde loslaten.
Een journalist die de jongen interviewde na het trauma, vroeg of hij zijn littekens wilde laten zien. De jongen hief zijn broekspijpen. Maar dan, met duidelijke trots, zei hij: “Maar kijk eens naar mijn armen. Ik heb ook littekens op mijn armen, omdat mijn moeder me niet wilde loslaten!”
Wij kunnen ons identificeren met die kleine jongen. We hebben ook littekens. Nee, niet van een alligator, of zoiets dramatisch. Het zijn de littekens van een pijnlijk verleden. Sommige van die littekens zijn lelijk en hebben ons diep geraakt. Littekens van de strijd die er in ons leven woedde.
Maar, sommige wonden hebben wij, omdat God weigerde om ons te laten gaan. In het midden van de strijd zal Hij ons vast blijven houden. De Bijbel leert ons dat God van ons houdt. Als je Christus hebt ontmoet in je leven en je een kind van God bent geworden mag je weten dat Hij je altijd zal beschermen en bewaren.
Sommige van onze littekens hebben we omdat we ons zorgeloos in gevaarlijke situaties hebben begeven. Denk aan aanraking met het occulte, onreine verlangens of alcohol of drugsgebruik. Soms vergeten we dat dit leven gevaarlijk is en dat er een vijand op ons loert om te zien wanneer hij ons aan kan vallen. De littekens van de aanval, maar ook de littekens die ontstaan zijn omdat we wegdwaalden en God ons vasthield.
De handen die ons vasthouden, dragen zelf ook littekens. Littekens van spijkers die door de handen werden geslagen. Die littekens waren nodig opdat de Heer Jezus ons kan behouden. En zijn we door Zijn genade-offer behouden, dan kan niets en niemand ons uit Zijn handen rukken. Laten we dan niet gedachteloos een eindje ‘zwemmen’. Zeker: de Heer zal ons behoeden en bewaren. Maar de strijd kan wel heel zwaar zijn. Beter is het om dicht bij Hem te blijven. Hij kent de tegenstander en diens boze streken. Hij wil ons omringen met Zijn liefde en genade en ons elke dag opnieuw kracht en Zijn nabijheid geven.