Gods verbond met de dieren

dieren waarvan we houden

“En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte des aardbodems; en Ik zal den boog, en het zwaard, en den krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid doen nederliggen.” Hosea 2 vers 20.


Een verbond met de dieren

We lezen hier een deel van de beloften voor het duizendjarig Vrederijk van de Heer Jezus Christus. Door deze beloften krijgen we meer inzicht in wat God voor ons heeft voorbereid:.  Het Schriftgedeelte gaat over een verbond wat God sluit met de dieren.

namen

De dieren, zowel de lopende en kruipende, zwemmende en vliegende dieren werden door God geschapen voordat Hij de mens schiep. En de mens  kreeg de heerschappij over de dieren. De mens is gemaakt naar de gelijkenis van God; de dieren zijn dat niet. Adam kreeg de taak om aan de dieren een naam te geven. Aan alle dieren? Ja zeker, aan alle dieren. Velen zien dit als onmogelijk, omdat er zo ontzettend veel dieren in de wereld zijn. Maar houdt in gedachten dat dieren in soorten geschapen zijn. Er zijn ruwweg tussen de 1.000 en 1.500 soorten dieren in de wereld. Er zijn heel veel hondenrassen, maar de soort van elk ras is ‘hond’. Adam gaf elke soort de naam.

gesprek

Destijds waren de dieren blijkbaar in staat om met de mens te converseren. (Niet meteen afhaken: lees dan eerst Numeri 22 vers 23-32 de geschiedenis van Bileam!) We lezen in Genesis dat Eva sprak met de slang. Genesis 3 “De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?”

Eva vond het NIET gek

We kunnen hier twee zaken uithalen. Ten eerste: Eva was niet verbaasd dat de slang met haar sprak in een taal, die zij kon verstaan. Zij antwoordde de slang. Zou het niet raar zijn als een mens een werkelijk gesprek voert met een dier? Wij praten vast wel eens met ons huisdier en sommige vaak voorkomende zaken zullen voor het dier herkenbaar zijn. Er zijn dieren die enkele woorden kennen en begrijpen. Zodanig, dat ze weten wat de bedoeling is als die woorden gezegd worden. En misschien zijn die dieren daar wel heel slim in. Maar een gesprek tussen mens en dier waarin het dier vraagt ‘klopt het dat jullie alleen deze kamer gebruiken?’ en de mens antwoordt ‘nee, we gebruiken alle kamers, behalve de zolder. Waarop het dier dan vraagt waarom de zolder niet gebruikt wordt…..  Kun je het je voorstellen? En toch is dat precies wat Eva doet en de slang en zij voeren een gesprek waarin de slang vraagt, maar ook op haar vragen antwoord geeft.

Het was de slang zelf die sprak

Ten tweede: in de Statenvertaling staat: “en zij zeide tot de vrouw (enz)” De slang wordt hier als een vrouwelijk wezen aangeduid. Vaak wordt gesteld dat niet, de slang, maar satan sprak. We zien hier echter duidelijk dat het wel degelijk de slang was. Uiteraard geïnspireerd door satan, dat wel. In Openbaring 12 vers 9 wordt satan zelf ‘de oude slang’ genoemd, maar niettemin was er in Genesis wel degelijk een echte slang aan het woord. We weten dat dit waar is, omdat een levend dier in Gen 3 vers 14 werd gezegd: “Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levens.”  Het is de slang die op zijn buik voortschuift, niet satan.

God spreekt tot de slang

Het kan zijn dat de slang, een natuurlijk wezen, zijn lichaam in dienst stelde van de satan, een geestelijk wezen, waardoor de satan met Eva kan praten. De slang wordt daarvoor gestraft en moet op zijn buik schuifelen, wat nog steeds zo is. Let op het feit dat God Zelf rechtstreeks het woord richt tot de slang. Het is niet logisch als God spreekt tot de slang als het stomme dier Hem toch niet zou kunnen verstaan. De Here God sprak tot de slang en bestrafte het dier omdat Hij wist dat het dier Hem kon verstaan en begrijpen.

Slang op pootjes

Omdat de slang de straf krijgt voortaan op zijn buik te moeten kruipen, mogen we ervan uitgaan dat dat vóór die tijd niet zo was. De slang zal pootjes hebben gehad. In dit licht is het dat evolutionair biologen hebben ontdekt dat slangen rudimentaire aanhechtingspunten hebben in hun skelet, die er op wijzen date er ooit poten aan hun skelet hebben gezeten. Geef de wetenschap voldoende tijd en ze zullen er langzaam maar zeker achter komen dat de hele Bijbel waar is.

God spreekt tot de satan

Overigens krijgt niet alleen de slang straf. God spreekt eerst tot de slang in vers 14, maar Hij vervolgt in vers 15 met: “En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.”  Hier spreekt de Here God niet meer tot de slang, maar tot de satan, die de slang had misbruikt voor zijn doel.

Vergezocht?

Het bovenstaande maakt dat ik geloof dat de mens inderdaad in staat was om met de dieren te converseren. Het klinkt vergezocht, maar voor mij is het aannemelijk, de sprekende slang in aanmerking genomen, alsmede de reactie van de mens daarop. Het zou tevens een verklaring zijn waarom Bileam niet gek opkijkt als zijn ezelin tot hem spreekt…

Bileam en de ezelin

Nu liet de HEER de ezelin spreken. Zij zei tegen Bileam: ‘Waaraan heb ik het verdiend dat je mij nu al driemaal geslagen hebt?’ Bileam antwoordde de ezelin:…….

Wat zou Bileam gezegd hebben? Hoe zouden WIJ reageren?? Waarschijnlijk zouden we rondom ons hebben gekeken om te zien of iemand een geintje met ons uithaalde. Als de ezelin de vraag herhaald zou hebben zouden we hebben gestameld ‘kun jij praten dan?’

Maar dat is niet wat er gebeurde. Bileam antwoordde: ‘Omdat je mij belachelijk maakt. Het is maar goed dat ik geen zwaard in mijn hand heb, anders had ik je gedood!”

Eetgewoonten

De mogelijkheid van de mens om met de dieren te communiceren ging verloren bij de zondeval, of misschien pas bij de zondvloed. Dit weten we niet. Wat we wel weten is dat mens en dier tot aan de zondvloed vegetariër waren. Genesis 1 vers 29-30 De dieren en de vogels zullen geen ‘wilde natuur’ gehad hebben; zij vielen elkaar niet aan omdat ze gewoonweg geen vlees aten. Na de zondvloed kregen de dieren die ‘wilde natuur’, misschien wel om ze een grotere overlevingskans tegenover de mens te geven. De mens, als hoeder van de schepping, was  immers gebleken in staat te zijn tot uitroeiing vanwege agressie of egoïsme. Ook de mens kreeg na de zondvloed andere eetgewoonten; God gaf de mens de keuze om (ook) vlees te eten. Genesis 9 vers 3-5

Bang voor de mens

De mens ging op dieren jagen om hun vlees te eten, maar zelfs ook om ze trots als jachttrofee te kunnen laten zien. Dieren gingen de mens mijden. “En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven. Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten.” Genesis 9 vers 2-4  Op de gedomesticeerde dieren (koeien, paarden, honden, katten en zo) na leven dieren in constante waakzaamheid en vrees voor hun leven. Zij verschuilen zich zodra zij de mens horen, want de mens is hun ergste vijand. Maar, God zij dank, aan die ‘staat van oorlog’ komt een einde! Dit zal gebeuren ten tijde van het duizendjarig Vrederijk. Maar ook vóór die tijd al zal de Here God een speciaal verbond sluiten met de dieren en vogels.

De vlucht naar de woestijn

In het tweede hoofdstuk van Hosea spreekt de Here God tot (en over) Israël en het Joodse volk. (let op: de nummering van hoofdstukken en verzen van Hosea kunnen per Bijbelvertaling verschillen) Dit volk zal ‘in de woestijn’ (vers 13) worden gebracht ten tijde van de grote verdrukking. Het Joodse volk zal vluchten op het moment van de gruwel der verwoesting, als tot hen doordringt met wie zij te maken hebben. (Matteus 24 vers 16 en Marcus 13 vers 14) “Zoals Ik met uw vaderen in het gericht getreden ben in de woestijn van het land Egypte, zo zal Ik ook met u in het gericht treden, luidt het woord van de Here HERE. Ik zal u onder de herdersstaf doen doorgaan en u brengen in de band van het verbond.” Ezechiël 20 vers 36-37

Wilde dieren

In die woestijn leven wilde dieren, dus –als er niets zou veranderen-  zouden zij niet alleen de hen achtervolgende legers van de antichrist, maar eveneens de wilde dieren te vrezen hebben. Normaal gesproken zal een wild dier de mens niet zomaar aanvallen; liever mijden zij de confrontatie. Zelfs de meest krachtige roofdieren doen dat liever. Maar in die tijd zijn er de twee getuigen: “Dezen hebben de macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt gedurende de dagen van hun profeteren; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te veranderen en om de aarde te slaan met allerlei plagen, zo dikwijls zij willen.” Openbaring 11 vers 6 Niet alleen de mens zal hierdoor lijden, maar ook de dieren: “Zelfs de dieren des velds zien smachtend tot U op, want de waterbeken zijn uitgedroogd en een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd.” Joël 1 vers 20 De dieren zullen dus uitgedroogd zijn en zeer hongerig. Zij zullen hun natuurlijke voorzichtigheid laten varen en de meest kwetsbare mensen (bejaarden, kinderen, zieken) uit de groep aanvallen.

Het verbond

Maar de Here God heeft ook op dit probleem een antwoord. Terwijl Hij spreekt over –en tot- het volk Israël zegt Hij:

“Om de verwoesting en om de honger zul je lachen, en voor de wilde dieren van de aarde zul je niet bevreesd zijn. Want je hebt een verbond met de stenen van het veld, en je hebt vrede met de wilde dieren van de aarde”.
Job 5 vers 22-23 en

“Ik zal een verbond van vrede met ze sluiten en de wilde dieren uit het land wegdoen. Ze zullen onbezorgd wonen in de woestijn en slapen in de wouden.”
Ezechiël 34 vers 25  en 

“Te dien dage zal Ik voor hen een verbond sluiten met het gedierte des velds, het gevogelte des hemels en het kruipend gedierte der aarde. Dan zal Ik boog en zwaard en oorlogstuig in het land verbreken, en hen veilig doen wonen.”
Hosea 2 vers 17

Veranderingen in het duizendjarig vrederijk

Het duizendjarig Vrederijk wordt niet voor niets zó genoemd. Boog, zwaard en oorlogstuig zullen niet meer gebruikt worden. De vrede zal op aarde komen als de Vredevorst op aarde komt!

“En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven. De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os. En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in den kuil van den basilisk. Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.”

 

 

“De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg, zegt de HEERE.”

Jesaja 11 vers 6-9

Jesaja 65 vers 25

De dieren zullen hun ‘wilde natuur’ weer verliezen en vegetarisch eten. Dat houdt in, dat zij ook hun angst voor de mens zullen verliezen, zodat de adder de zuigeling niet zal aanvallen. Waarom ze niet meer bang voor de mens moeten zijn? Omdat ze niet meer zullen worden opgejaagd. Ook de mens zal terugkeren naar de eetgewoonten van Adam en Eva. Er zal ‘nergens leed zijn’. Mens en dier zal weer in vrede met elkaar leven, zoals de Here God het ook oorspronkelijk maakte.

horizon-lijn2

Kàn dat? Kan een leeuw stro eten? De koe heeft er meerdere magen voor, terwijl de leeuw gebouwd is om vlees te eten..?.

  Ja, dat kan. De Here God, Die de dieren schiep, kan de leeuw lichamelijk veranderen zodat de leeuw stro zal eten.

horizon-lijn2

Spraak

Zou het kunnen, dat -als de toestand op aarde terugkeert naar de ‘hof van Eden’ periode- ook de mogelijkheid van de mens om met de dieren te spreken en hen te begrijpen weer terugkeert? Zou dat niet fantastisch zijn? Zou de vijandschap tussen mens en dier dan niet geheel en al teniet gedaan zijn?

Een vaak gestelde vraag

Veel kinderen van God hebben het zich afgevraagd: ‘wat zal er gebeuren met mijn kat (hond etc)?’ Wij houden van onze huisdieren en we willen weten wat er met hen zal gebeuren. Wat Gods Woord zegt over de dood van de dieren is te vinden in Prediker 3 vers 1: “Wie bemerkt, dat de adem der mensenkinderen opstijgt naar boven en dat de adem der dieren neerdaalt naar beneden in de aarde?” Bemerk, dat dit werd geschreven door Salomo, de wijste mens die ooit had geleefd, maar die deze uitspraak afsloot met een vraagteken….. Zelfs Salomo wist het antwoord op deze vraag niet.

Laten we daarom eens kijken naar een heel andere tekst: “Wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bereid voor wie Hem liefhebben.” 1 Korintiërs 2 vers 9 en “Hij heeft ons samen met Hem laten opstaan en laten zetelen in de hemelse regionen, in Christus Jezus, om in de toekomstige eeuwen de overgrote rijkdom van zijn genade te tonen, door zijn goedheid jegens ons in Christus Jezus.”  Efeziërs 2 vers 7

De wensen van ons hart?

De Here God houdt van ons. Hij wil ons zegenen. “verlustig u in de HERE; dan zal Hij u geven de wensen van uw hart.”  Psalm 37 vers 4  Hoe veel betekent de Here voor jou? Verlustig jij jezelf in de Here? Is Hij de ‘nummer Een’ van jouw leven? Houdt met je hele hart van de Heer; Hij houdt van jou. Hij kent de wensen van ons hart. Misschien dat de wens van jouw hart, dat je je geliefde dier zult terugzien, ook door Hem wordt gezien?

Zijn er dieren in de hemel?

Ik las ooit het verhaal van een meisje van ongeveer drie jaar. Zij werd ernstig ziek en werd naar het ziekenhuis gebracht, waar haar hart stopte. Gedurende zeven minuten werd zij gereanimeerd voordat haar hart weer ging kloppen. Gelukkig herstelde zij. Enkele maanden daarna zat het kind aan tafel, toen het plotseling tegen haar moeder zei: ‘ik wilde dat ik de Heer Jezus weer kon zien’. De moeder’s adem stokte, ‘wanneer heb jij de Heer Jezus dan gezien?’ vroeg ze. ‘Toen ik zo ziek was, in het ziekenhuis’ antwoordde het meisje. De moeder vroeg door en vroeg wat ze dan gedaan had. ‘We hebben gewandeld en ik hield Zijn hand vast’ zei het meisje. ‘en we hebben gespeeld met de jonge hondjes. Daarna zei de Heer Jezus dat ik terug moest gaan en toen werd ik wakker in het ziekenhuisbed’.

Geldt dit ook voor jou?

Ik geloof voor geen moment dat de Here God Zijn kinderen de simpele en blijde genoegens zal onthouden (zoals liefde voor en van onze dieren) die tijdens ons leven zo’n zegen waren. Maar trek je eigen conclusies. Hoe dan ook: een ieder die de Heer Jezus niet kent als zijn/haar Verlosser, en die sterft in de zonden, zal de onuitsprekelijke zegeningen missen die God aan Zijn kinderen heeft beloofd! De tijd, waarin verlorenen alsnog gered kunnen worden, loopt ten einde. Maak er ernst mee!

Hij zegt immers: Op de gunstige tijd heb Ik u verhoord, op de dag van het heil ben Ik u te hulp gekomen. Nú is het die gunstige tijd, nú is het de dag van het heil.
2 Korintiërs 6 vers 2
 
  Wie in de Zoon gelooft, bezit eeuwig leven, maar wie niet naar de Zoon wil luisteren, zal het leven niet zien. Integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.
Johannes 3 vers 36
Waarachtig, Ik verzeker u: wie naar mijn woord luistert, wie Hem gelooft die Mij gezonden heeft, bezit eeuwig leven. Voor hem is er geen oordeel meer: hij is al overgegaan van de dood naar het leven.
Johannes 5 vers 24
 
  Iedereen die de naam van de Heer aanroept, zal gered worden.
Romeinen 10 vers 13





Geef een reactie