Kappers bestaan niet

Pieter was aan de beurt. De kapper rekende af met de vorige klant, met wie hij een heel gesprek had gehad over de rampen van de aardbevingen, tsunamies en mega-stormen. Terwijl Pieter ging zitten en de kapper hem het laken om de hals knoopte, merkte de kapper op: ‘ik geloof niet dat God bestaat’ Waarom zegt u dat?’ vroeg Pieter. ‘Nou’ zei de kapper, ‘als je zo om je heen kijkt in deze wereld zie je dat al heel snel. Want stel dat God zou bestaan, zouden er dan zoveel zieken zijn? Zouden er verlaten kinderen zijn? Als God zou bestaan, zou er dan zulk lijden zijn voor de mens?’

Pieter wist geen antwoord. Hij geloofde wel in God, maar had geen antwoord op deze aanklacht. ‘Ik kan me niet voorstellen dat er een God bestaat die dit allemaal zou toestaan’ besloot de kapper. Pieter antwoordde niet omdat hij geen antwoord wist en geen behoefte had aan een hele discussie. Toen Pieter’s haar keurig was geknipt en hij de kapsalon verliet zag hij aan de overkant van de straat een man met een verwilderde baard en lange haren.

Meteen draaide hij zich om en liep terug naar binnen. De kapper keek verbaasd op. ‘Weet je’ zei Pieter, ‘ik heb er eens over nagedacht:

[warning]

kappers bestaan helemaal niet

[/warning]

De kapper keek hem verbouwereerd aan. ‘Wat zeg je nu? Kappers bestaan niet? Natuurlijk bestaan kappers wel!’ ‘Nee hoor’ hield Pieter vol. ‘Volgens mij bestaan kappers helemaal niet.’ ‘Hoe kom je nu bij zo’n idiote uitspraak?’ vroeg de kapper hem geïrriteerd, ‘ik besta toch en ik ben toch kapper?’

‘Toch…’antwoordde Pieter, ‘Stel dat kappers zouden bestaan, dan zouden er niet mensen rondlopen zoals die man daar buiten, met dat lange haar en die lange baard!’ ‘Ja maar…’ zei de kapper; ‘als die man bij mij komt dan zal ik zijn haar knippen en zijn baard. Maar hij komt niet. Dat is toch niet de schuld van de kapper?’

‘Juist’ zei Pieter. ‘Daar heb je gelijk in. En zie je: God bestaat wel degelijk. Maar wat er fout gaat is, dat mensen niet meer naar Hem toe gaan en Hem niet zoeken. Daarom is er zoveel leed in de wereld.’ De kapper keek nadenkend…



[note]

Here God, ik bemin U en heb U nodig.
U bent in mijn hart.
Zegen mij en mijn familie, mijn huis,
mijn financiën en mijn vrienden
in de Naam van Jezus.
Amen

[/note]

Ontken niet, dat het God is, Die je zegent.
Hij is het, die de zon laat opgaan
Hij is het, Die voor je zorgt
Hij is het die elke voetstap ziet
Hij is het, Die naar jou verlangt!