Een parabel over het lezen van de Bijbel

Een oude man woonde samen met zijn kleinzoon op zijn boerderij in de bergen. Elke ochtend ging opa zitten aan de keukentafel om te lezen in zijn oude versleten Bijbel. Zijn kleinzoon, die in alles op zijn opa wilde lijken, probeerde hem te imiteren in alles wat de oude man deed.

Op een dag vroeg de kleinzoon “Opa ik probeer de Bijbel te lezen, net als u, maar ik begrijp het niet, en wat ik begrijp ben ik, zodra ik het boek dicht doe, weer vergeten. Hoe kan het lezen van de Bijbel dan goed voor mij zijn?” De grootvader vulde rustig de kachel bij met kolen en zei toen: ‘Neem dit steenkolenmandje naar beneden naar de rivier, vul het met water en breng mij het hier.”

De jongen deed wat hem gezegd werd, hoewel het water er al uitlekte nog voordat hij terug kon naar het huis. De grootvader lachtte en zei: “Je moet een beetje sneller lopen de volgende keer” en stuurde hem terug naar de rivier met de mand om het opnieuw te proberen.

Deze keer liep de jongen sneller, maar opnieuw was de mand leeg was voordat hij terug was bij het huis. Buiten adem vertelde hij zijn grootvader dat het onmogelijk was om het water in een mand te houden, maar dat hij in plaats daarvan wel een emmer zou pakken. Maar zijn grootvader zei: “Ik wil geen emmer water. Ik wil een mandje met water. Je kunt dit doen. Je doet gewoon niet genoeg je best” en hij ging met de jongen mee naar buiten om toe te kijken hoe de jongen het opnieuw zou proberen.

Op dit punt wist de jongen dat het verzoek van zijn opa onmogelijk was, maar hij wilde zijn grootvader laten zien dat -zelfs als hij rende zo snel als hij kon- al het water eruit zou lekken voor hij ook maar weer een beetje in de buurt was. De jongen schepte het water op en rende zo hard hij kon, maar toen hij bij zijn grootvader kwam was de mand weer leeg. Buiten adem zei hij: “Opa, het is nutteloos!”

De oude man zei: “Dus jij denkt dat het zinloos is? Kijk naar de mand.” De jongen keek naar de mand en voor de eerste keer besefte hij dat de mand er anders uit zag. In plaats van een vieze oude kolenmand, was het mandje helemaal schoongespoeld. “Jongen dit is wat er gebeurt als je de Bijbel leest. Je begrijpt het misschien niet of je herinnert je niet alles, maar als je de Bijbel leest zal je van binnen veranderen.”

Dat is het werk van God in ons leven. . . om ons te veranderen van binnenuit, ons schoon te maken en ons langzaam steeds meer te veranderen naar het beeld van Zijn zoon.

“Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; en geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen.”

Hebreeën 4:12-13





Reacties zijn gesloten.