Een Joods getuigenis voor Jezus

Ayelet Steckbeck is een Joodse vrouw, die opgroeide in een ongelovige omgeving. Haar moeder stierf toen zij nog een baby was en haar broer stierf op het slagveld. De familie ging hiermee om door hun emoties weg te drukken en door te gaan. Ook Ayelet leerde zo haar gevoelens weg te stoppen en ze werd dus een binnenvetter.

Ayelet Steckbeck

In Israël geldt de dienstplicht voor zowel mannen als vrouwen. Ayelet werd dus ook opgeroepen en zij ging in militaire dienst. Daar, in het leger, kwamen alle gebeurtenissen die ze als kind had meegemaakt en weggedrukt weer naar boven en zij werd depressief. Uiteindelijk kreeg ze ook zelfmoordgedachten.

Nadat ze uit dienst was bezocht ze een vriendin in Jeruzalem. Terwijl ze daar zo rondliep vond ze een plekje om te zitten en bemerkte ze dat ze eigenlijk nog maar 1 verlangen had: gewoonweg te verdwijnen; niet langer te bestaan. Opeens zag ze voor haar geesteroog een beeld van wat er zou gebeuren als zij zichzelf van het leven zou beroven.

Ik zag mezelf, voor de troon van God. Terwijl mijn ziel daar stond zag ik God huilen. Ik snapte het niet tot Hij zei: “Wist je niet dat Ik je kon helpen? Dat Ik je wilde helpen?” Ik zag het verdriet wat God om mij had en toen het beeld voorbij was zat ik op die stoep en huilde.

Die gebeurtenis veranderde mijn leven. Ik begon te begrijpen dat de God tot Wie ik stiekem als kind (levend in een atheïstische omgeving) weleens had gebeden, werkelijk bestond en van mij hield en voor mij zorgde. Ik begreep dat als je sterft je voor Zijn troon komt en dat Hij huilde omdat Hij mij niet meer had kunnen redden als ik mijzelf had gedood. Die dag maakte ik de keuze om te leven en om uit te vinden Wie die God werkelijk is, Die zoveel van mij houdt.

Als je als Jood God zoekt kom je al snel uit bij het orthodoxe Jodendom. Ayelet, op zoek naar God, sloot zich dan ook hierbij aan. Ze ging studeren aan een orthodoxe Jesjiva voor vrouwen, een midresjet oftewel een seminarium. Zij ging anders leven; droeg lange rokken, at koosher en hield zich aan de shabbath. Alles werd anders voor haar.

Op deze orthodoxe school hoorde zij voor de eerste keer in haar leven over de Messias. Er was een rabbijn die specifiek les gaf over de Joodse Messias in het einde der tijden. De Messias zou komen en Hij is Gods plan voor de redding van de wereld. Ayelet nam dit zeer serieus en ze dacht: “Here God, als dit is wat U wilt doen, ga ik ervoor bidden dat het mag gaan gebeuren!” Zij zongen vaak samen een Hebreeuws lied ‘Baruch haba melech HaMashiach’ – ‘Gezegend is Hij, Die komt, Koning Messias!’ Ayelet riep op deze manier uren om de Messias te laten komen.

[note]

‘Baruch haba melech HaMashiach’ – ‘Gezegend is Hij, Die komt, Koning Messias!’ Dit is wat de Heer Jezus zei. Als de Joden dit zouden uitroepen, dan zal Hij terugkomen. (Matt. 23 vers 39) Toen ik deze vrouw dit hoorde vertellen kreeg ik kippenvel: er zijn dus al vele Joden die dit uitroepen! Kom Here Jezus!!

[/note]


De rabbi sprak over een Bijbeltekst waarin God zegt dat Hij onder hen (Zijn volk Israël) zal wonen. Wat vertaald is met ‘onder’ kan ook vertaald worden met ‘in’ aldus de rabbi. Zowel in het volk als in een persoon. De rabbi vertelde dat God in elk van ons wil wonen. Ayelet nam dit serieus en ze bad: “God, als U in mij wilt wonen: U bent van harte welkom!”

Kort daarna liep zij door de straten van Jeruzalem terwijl ze bad of God in haar wilde komen wonen, toen ze opeens een ‘bol van vurig licht’ voelde en een stem hoorde die zei: “nu woon Ik in jou; Ik zal voor je zorgen!” Ayelet vertelde hierover aan een vriendin, (een Christin hoewel Ayalet dat op dat moment niet wist) en die reageerde met “dat is de Heilige Geest, Die in jou wil wonen!”. Ayelet kreeg vele visioenen over de Messias, maar daarbij zag ze nooit Zijn gezicht. Dat was altijd bedekt met een talit, een gebedssjaal.

Haar vriendin nodigde haar op een dag uit om een samenkomst te bezoeken en zei: het zijn Christenen, maar zij hebben dezelfde Heilige Geest als jij. Ayelet stond er open voor en ging mee. Ayelet genoot. Zij baden samen, spraken in tongen en loofden God. De aanwezigheid van de Heilige Geest was zo voelbaar. Elke keer als Ayelet daarnaartoe ging leek het alsof er een last van haar schouders werd afgenomen.

Zij had de aanwezigheid van de Heilige Geest ook wel eens ervaren tijdens de heilige feestdagen en soms ook in de synagoge, maar nooit zo sterk als bij die samenkomsten en ze ging zich afvragen waarom de Heilige Geest Zich zoveel meer openbaarde bij de Christenen dan in de sjoel. Waarom hebben zij wat wij niet hebben?

Zij bleef drie à vier keer per week de samenkomsten bezoeken. Op een dag werd er door iemand een profetie uitgesproken over Rosh Hashanna en Ayelet wilde dit graag op tape zodat ze het thuis kon bestuderen en erover bidden. Toen ze het kreeg stond er op de cassettet het woord ‘Jezus’. Ze schrok ervan: ze woonde nog steeds in de orthodoxe school: wat zou de rabbi ervan zeggen als hij dat zag? Toen iedereen was vertrokken stopte ze de cassette in de taperecorder en probeerde elke keer als de naam Jezus werd genoemd, dat stukje tape te wissen. Vijf maal probeerde ze de Naam te wissen en elke keer mislukte het. Het lukte haar niet om de Naam van Jezus te wissen.

De Heilige Geest in haar liet haar weten dat ze berouw moest hebben over wat ze probeerde te doen en ze gehoorzaamde en beleed haar zonde. Daarop ging ze naar haar vriendin en vroeg ronduit waarom de Heilige Geest bij de Christenen zo voelbaar was. En waarom God er zo’n bezwaar tegen had toen zij probeerde Jezus’ Naam te wissen. De vriendin keek haar recht in de ogen en zei: “ik geloof dat Jezus de Messias is.”


Ayelet’s hoofd tolde toen ze dit hoorde. Ze had het niet geweten en had nog nooit gehoord dat een Joods iemand in Jezus kon geloven. Ze was in de war: zolang al had ze gebeden dat de Messias zou komen en hier was iemand, die haar vertelde dat Hij al gekomen was? Ze kreeg een nieuw Testament en nam het mee naar de school waar ze woonde en verstopte het. Stiekem begon ze het te lezen. Toen ze het begon te lezen merkte dat zoveel vragen waarop de rabbi’s geen antwoord hadden, nu werden beantwoord. In de leringen van de Heer Jezus vond ze antwoord op al haar vragen.

Met Jom Kippoer was het de gewoonte van de school om naar de mikvah, of mikwe te gaan om ondergedompeld te worden. Dit was een reinigingsritueel om van de zonden gewassen te worden; de Tora (Wajikra 16:30) spreekt immers van Jom Kippoer als de dag dat we zijn “gezuiverd” van onze zonden. Ook Ayelet ging erheen en toen zij onder water verdween opende haar mond zich en sprak de woorden uit: “in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”. Ze was niet van plan geweest dit te zeggen maar de woorden kwamen vanzelf.

Zij ging die week weer naar de samenkomst en tijdens het gebed zag zij de Heer Jezus. Hij stond voor haar en opende Zijn armen en zei “welkom”. En zij voelde hoe zij vervuld werd door de Heilige Geest.

Nawoord

De stichter van de samenkomsten was een vrouw, Ruth (zij is inmiddels bij de Heer) en zij vertelde dat er in het Nieuwe Testament een rabbi was, Nicodemus, die ’s nachts bij de Heer kwam, zodat niemand hem kon zien en betrappen, terwijl hij toch van de Heer kon leren. Ruth vertelde dat er -net zoals Nicodemus destijds- ook nu nog ’s nachts rabbi’s langskwamen om over de Messias Jezus te horen. Ayelet vertelde ook dat de laatste drie jaren vele Sabra’s (geboren Israëlies) tot een levend geloof in de Heer Jezus zijn gekomen. Halleluja!