Een hemel van koper

De hemel lijkt soms van koper....

Heb jij dat ook wel eens, dat je bidt, maar dat de hemel wel als van koper lijkt? Het lijkt wel, alsof jouw gebed niet aankomt in de hemel, alsof de Here God de andere kant opkijkt of misschien Zich wel bevindt aan de andere kant van de aarde, ver weg van jou en je gebed. Hoe zou dat komen? Ik kan uiteraard alleen spreken voor wat ik in mijn eigen leven ervaren heb. En ik heb gemerkt dat er in elk geval twee situaties kunnen zijn waarin de hemel als van koper lijkt.

De eerste is dat er zonde tussen jou en God staat. Wat is zonde nou precies? Mensen denken dan al vaak aan de tien geboden en hebben dan het idee dat het toch allemaal wel meevalt? Veel ongelovigen denken dat ook: ik ben toch best een goed mens? Maar de Bijbel vertelt ons klip en klaar dat zelfs verkeerde gedachten als zonde gelden. Jaloezie is in wezen diefstal; je bent afgunstig, gunt het een ander niet. Je vertelt een leugentje om bestwil, maar het blijft een leugen.

Zonde kun je ook definiëren als ‘alles wat tussen jou en God staat’; ‘alles wat jou weghoudt van God’. Wat kan dat dan zijn, wat in de weg staat? Dat varieert per persoon. Een voorbeeld (wat ik wel eens vaker gebruik): iemand die zondags naar een sportveld gaat: is dat zonde? Nou: dat zou kunnen! Als je in je weekend alleen maar tijd hebt voor voetbal dan is voetbal jouw afgod geworden. Als je door het voetbal geen tijd meer kunt vrijmaken voor Bijbel lezen, bidden en gewoon ‘samen met God zijn’ dan houdt dat voetbal je weg bij God. Zó kan ‘voetbal op zondag’ voor de een zonde zijn en voor de ander niet. De Heilige Geest maakt je dat echt wel duidelijk!

Is alcohol drinken dan zonde? Het eerste wonder wat de Heer Jezus deed, was water in wijn veranderen. As je dus een lekker glas wijn drinkt (of twee) en het daar bij laat lijkt me dat geen zonde. Maar als je je laat vollopen met wijn, bier of wat dan ook dan ben je te beneveld om te bidden of anderszins contact te hebben met God. Dan is het zonde: iets wat tussen jou en God staat!

Zo kan ik doorgaan, want elk mens heeft zo zijn eigen zwakheid. En er is er één die ze feilloos weet te vinden. En satan fluistert jou in: ‘ach, dat ene biertje…’ of: ‘ach, alleen zondag maar de kerk missen en naar het voetbal toe, volgende week ga je wel weer gewoon naar de kerk’… Het zijn van die kleine zonde-tjes… En zodra je er op ingaat komt het volgende: ‘zie je wel? Stelde toch niks voor? Dat kan best!’ En zodra je aan je kleine zonde-tjes gewend bent gaat satan je aanklagen. ‘Lekkere Christen ben jij zeg! Je weet donders goed dat –wat je doet- fout is!’ En de ellende is: dat weet je inderdaad!

Ik heb hier twee voorbeelden genoemd. En het zijn gewoon voorbeelden, dus voel je alsjeblieft niet aangevallen! Vul jouw zonde (wat tussen jou en God staat) zelf maar in. En stop er mee. ‘Ja maar, ik kan er zomaar niet mee stoppen!’ Ik hoor het je zeggen. (Omdat ik het zelf altijd heb gezegd. En gemeend ook nog!) En toch is het niet waar. Datgene wat jouw zonde is, wat zich tussen jou en de Here God in genesteld heeft: de Here God zal je helpen om ermee te stoppen als jij Hem dat vraagt. Weet je waar het probleem zit? Niet in het stoppen met jouw zonde. Maar met het beginnen van jouw zonde…

Want in vele gevallen lijkt jouw zonde je –als je het al een tijdje niet meer doet- zo gering en onbelangrijk. Voorbeeld? Je rookt en stevig ook. Je weet dat de Heilige Geest je zegt dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest. Je wilt stoppen en je vraagt God om hulp. ‘Ikwil er mee stoppen Heer; wilt U me kracht geven daarvoor?’ Je neemt je vast voor te stoppen en… het lukt je! Tot een paar weken later. Die barbecue bij vrienden, dat sigaretje wat ze je aanbieden. Ach, één trekje.. Een paar weken later heb je een pakje sigaretten op zak.

De eenvoudige waarheid (in mijn leven) is dat de Heer me helpt te stoppen met een zonde als ik ook echt wil stoppen daarmee, maar dat ik zelf bereid moet zijn en blijven om … niet weer ermee te beginnen! Als de verleiding je toch weer aangrijpt: vertel het een broeder of zuster in Christus en vraag of ze voor je bidden en je steunen. De Here God wil je helpen om ‘niet weer te beginnen’ maar alleen als jij dat ook oprecht wilt! Als je capituleert; als je tegen jezelf zegt ; ’het is maar voor 1 keer’ dan sta je weer alleen in je zonde en doe je de Heilige Geest verdriet.

De tweede situatie dat de hemel als van koper lijkt is eenvoudig: je bent te ver bij de Here God vandaan gegaan! Het leven van alledag met alle drukte, aantrekkelijkheid, zorgen en noem maar op, heeft je opgeslokt en je bent vergeten naar de Vader te gaan, telkens weer. Deze situatie is gelukkig snel opgelost! Neem weer wat tijd voor de Heer; lees je Bijbel en neem tijd het te overdenken, neem tijd om te bidden en vergeet vooral niet om God te zeggen dat je van Hem houdt!

de trap naar de hemel: dicht?

Ja maar…

Soms kan ik niet een echte oorzaak ontdekken? en dan is tòch de hemel afgesloten…!? Ook dat ken ik. Hoe dat komt weet ik niet. Je probeert dicht bij de Heer te blijven en toch… Op zo’n moment zou je eens in de Psalmen moeten lezen. David, een man naar God’s hart, was soms zo diep bedroefd, zo teleurgesteld en zo bang… Lees Psalm 31 eens voor jezelf. David begint zo blijmoedig:

‘Bij U, HEER, schuil ik’…
‘U bent mijn rots, mijn vesting’…
‘In uw hand leg ik mijn leven’…

maar dan ziet hij op zichzelf en de moeilijke situatie waarin hij zich bevindt:

‘mijn ogen zijn gezwollen van verdriet’…
‘mijn leven verloopt in ellende, zuchtend slijt ik mijn dagen’…

Oei! De hemel is ook voor David toegesloten! Maar David weet dat, ook al ziet hij het nog niet, God voor hem zorgt en hem liefheeft. Daarop vertrouwt hij:

‘Maar ik vertrouw op u, HEER, ik zeg: U bent mijn God‘…
‘Hoe groot is het geluk dat u hebt weggelegd voor wie u vrezen, dat u bereid hebt voor wie schuilen bij u, heel de wereld zal het zien’.

David heeft zichzelf bemoedigd door in te (willen) zien dat de Here God hem niet verlaten zal. Op dat moment is er geen feitelijke verandering in zijn omstandigheden; hij zit nog in dezelfde problemen als eerst, zijn ogen zijn nog nat van de tranen, maar bemoedigd door dit inzicht gaat hij dan verder:

‘Getrouwen van de HEER, heb Hem lief. De HEER behoedt de standvastigen’…
‘Allen die uw hoop vestigt op de HEER: wees sterk en houd moed’.

Amen David! Onze gebeden lijken terug te kaatsen van de hemel, maar wij kennen onze Vader in die hemel en we weten van Zijn liefde, Zijn trouw. Hij zal ons nooit loslaten en al is de wereld om ons heen kil en naar op sommige momenten (en wij ervaren dat dubbel zo sterk omdat wij eigenlijk hemelburgers zijn….) onze Abba is trouw en ons gebed is GEhoord en VERhoord. Op welke manier het VERhoord is/wordt weten wij nog niet, maar de Here zal voorzien en alle dingen laten medewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben!

Geef een reactie