Drie Bomen

drie bomen

Ooit stonden er drie bomen op een heuvel in een bos. Ze waren jong en sterk en hadden elk hun eigen droom. De eerste boom zei: ‘ik hoop dat ooit van mijn hout een schatkist gemaakt zal worden. Dan word ik gevuld met goud, zilver en edelstenen! Men zal mijn hout dan versieren met prachtig houtsnijwerk en iedereen zou de schoonheid ervan zien!’

Toen zei de tweede boom: ‘ik hoop dat van mijn hout een mooi, sterk schip wordt gemaakt. Dan zal ik koningen en machtigen meevoeren over het water naar alle uithoeken van de wereld. En de mensen zullen zich op hun gemak voelen in mij vanwege de kracht van mijn houten romp.’

Tenslotte sprak de derde boom: ‘ik hoop ooit de grootste en meest rechte boom in het bos te worden. Zodat mensen mij op de top van deze heuvel zullen zien staan en zij omhoog zullen kijken langs mijn takken zodat zij de hemel zien. Ik wil de grootste boom aller tijden worden en de mensen wijzen op God en mensen zullen zich mij altijd herinneren en dan aan God denken.’

de eerste boom

Vele jaren later waren de bomen flink gegroeid. Op een dag kwam een groep houthakkers op de heuvel en één van hen wees op de eerste boom en hij zei: ‘Dit lijkt mij een sterke boom. Hij zal mooie rechte planken leveren en die zal ik verkopen aan een timmerman! De boom was blij en hoopte dat de timmerman zijn planken zou versieren en gebruiken voor een schatkist. Maar de timmerman had andere plannen: de planken werden verzaagd en vermaakt tot een voederbak voor dieren. Hij werd gevuld met stro en in een stal geplaatst. De boom was verdrietig: dit was helemaal niet waarop hij zó had gehoopt!

Op een dag kwamen een man en een vrouw naar de stal. De vrouw beviel in de stal van een baby en omdat zij geen wiegje hadden, legden zij de baby in het hooi, in de voederbak. De boom voelde het belang van dit kleine leventje en hij wist dat hij alsnog de grootste schatkist was geworden.

de tweede boom

Houthakkers hadden ook de tweede boom geveld. Zijn hout werd, zoals hij had gehoopt, verkocht aan een scheepswerf. Eenmaal daar aangekomen bemerkte de boom echter, dat zijn hout niet zou dienen voor een groot en machtig koopmansschip. Van zijn hout werd een gewone, nederige vissersboot gemaakt. De boot was wel teleurgesteld; de grandeur waarop hij had gehoopt, ging aan hem voorbij.

De vissersboot werd eigendom van een groep vissers. Vaak was er een hele groep mannen op de boot. Op een dag was één van hen moe en hij ging slapen. Terwijl ze een flink eind uit de kust waren stak er een grote storm op en de mensen in de boot werden bang. Zij maakten de slapende man wakker en riepen om hulp. De man stond op en zei: ‘Wees stil!’ en de storm hield op. Op dit moment, realiseerde de boom zich dat hij de Koning der koningen in zijn boot had!

de derde boom

De houthakkers hadden ook de derde boom geveld. Die was erg verdrietig, want hij wist, dat als ze hem omhakten, zijn droom niet kon uitkomen. De derde boom werd in balken gezaagd en bleef liggen. Toen, op een stille dag, kwam er iemand die de balken van de derde boom meenam. Hij werd door de straten gedragen en de mensen op straat bespotten de man, die de balken droeg. Toen ze boven op een heuvel kwamen werd de man aan de balken vastgenageld waarna de balk overeind werd gehesen. Het ‘vloekhout’ noemden ze de boom, die zo graag naar God had gewezen.

Toen de man aan het kruis stierf, de lucht donker werd en de aarde begon te beven, was de boom getuige. En plotseling begreep hij, dat hij, door deze Man op deze heuvel te dragen, wees op het grote offer van de Man aan het kruis. Vele, vele eeuwen zou de derde boom de wereld wijzen op God, Die liefde is en op Zijn Zoon Die voor ons stierf.


De moraal van dit verhaal is dat als er dingen op je levensweg niet lijken te gaan zoals je hoopte, je altijd mag weten dat God een plan voor jouw leven heeft. Als je je vertrouwen stelt in Hem, zal God je grote geschenken geven. Elk van de bomen kreeg waarop ze hadden gehoopt, maar niet op de manier die ze hadden verwacht. We weten niet altijd wat Gods plannen zijn voor ons. We weten dat Zijn wegen zijn niet altijd onze wegen zijn, maar Zijn wegen zijn altijd de beste!