…om zijn Zoon te verwachten uit de hemel: Jezus, die hij uit de dood heeft doen opstaan en
die ons zal redden van het komende oordeel.
1 Tessalonicenzen 1 vers 10
Vol verwachting blijf ik uitzien,
tot die dag eens dagen zal,
dat de Heiland op de wolken
weerkomt met bazuingeschal.
Wat een vreugde zal het wezen,
als ik Hem aanschouwen mag,
en mijn oor zijn stem zal horen
op die grote blijde dag.
Wat een uitzicht, bruidsgemeente!
Eeuwig Jezus’ eigendom,
“Maranatha” blijft ons wachtwoord;
“Amen ja, Heer Jezus, kom!”
l de teek’nen onzer dagen
zeggen mij: de komst genaakt
van de Bruigom, die Zijn liefste
tot Zich roept en haar volmaakt.
O, hoe blijde zal ik wezen,
op te trekken met die stoet,
juichend, met ontelb’re zaal’gen
onze Bruigom tegemoet!
Wat een uitzicht, bruidsgemeente!
Eeuwig Jezus’ eigendom,
“Maranatha” blijft ons wachtwoord;
“Amen ja, Heer Jezus, kom!”
O, soms voel ‘k
een sterk verlangen,
heimwee in mijn hart ontstaan;
‘k vraag mij af dan: “Dierb’re Heiland,
bent U reeds op weg gegaan?”
Nee, het zal niet lang meer duren;
Hij verlangt nog meer dan wij.
“Maranatha!” blijft het wachtwoord,
voor een elk, maar ook voor mij.
Wat een uitzicht, bruidsgemeente!
Eeuwig Jezus’ eigendom,
“Maranatha” blijft ons wachtwoord;
“Amen ja, Heer Jezus, kom!”