Een man sterft en komt bij de hemelpoort. Petrus komt hem op de drempel tegemoet. “Dit is het reglement,” zegt hij tegen de pas aangekomene.
“U hebt 100 punten nodig om binnen te komen. Vertel me wat u in uw leven aan goeds hebt gedaan en ik zal u voor elk van die daden een bepaald aantal punten geven, al naar gelang het belang ervan. Zodra u de 100 punten bereikt hebt, bent u goed voor de hemel!”
“Prima”, antwoordt de man. “Ik ben vijftig jaar getrouwd geweest met dezelfde vrouw en ik heb haar nooit bedrogen, zelfs niet in gedachten.”
“Fantastisch”, reageert Petrus. “Dat is drie punten waard.”? “Drie punten maar?”, vraagt de man. “Goed dan… Ik ben ook elke zondag naar de kerk gegaan, was heel actief in mijn gemeente en heb trouw mijn bijdrage betaald.”
”Geweldig!”, antwoordt Petrus. “Dat is wel een punt waard.”
“Eén punt?!! Ik heb ook nog in mijn woonplaats het initiatief genomen om de armen in de winter te eten te geven en ik heb me ingezet voor de allerarmsten!”
“Mijn gelukwensen. Twee punten erbij.”
“Twee punten maar?”, roept de man vertwijfeld uit. “Als het zo doorgaat is mijn enige hoop om in de hemel te komen gebaseerd op de genade en de barmhartigheid van God!”
“Kom binnen”, zegt Petrus.
