Witte strepen in de mist

vuurwerk

Mensen doen hier op aarde allerlei ervaringen op. Vaak kan God deze belevenissen gebruiken om ons een geestelijke waarheid te leren. Jezus gebruikte alledaagse belevenissen om ons waarheden over God te leren. Vandaag noemen we die verhalen ‘gelijkenissen’. Zo’n ervaring wil ik graag met jullie delen.

Op oudejaarsdag hoorde ik op de radio, dat het die avond erg mistig zou worden. Zó erg, dat er een mistwaarschuwing werd gegeven. Het was de hele dag al mistig en sommige collega’s begonnen bezorgd te kijken en zeiden dat ze bang waren dat ze die middag niet meer naar huis zouden kunnen komen. (of zou dat een slimme truc van ze geweest zijn in de hoop dat ze eerder weg mochten? Hoe dan ook, toen ik ’s middags na mijn werk naar huis reed was het minder mistig dan ’s morgens en die avond hebben we (mijn vrouw en ik) samen staan te kijken naar het mooie siervuurwerk.

Dat was het jaar ervoor wel anders! Toen vierden we Oud & Nieuw bij onze oudste zoon en zijn vrouw en onze andere kinderen met hun echtgenoot en echtgenote waren er ook, evenals onze kleinkinderen. Het was gezellig en dan gaat zo’n avond snel voorbij. Onze oudste zoon had wat vuurwerk gekocht, evenals onze schoonzoon. Niet te veel; gewoon een beetje, maar wel heel erg mooi vuurwerk: lange vuurpijlen en potten waaruit fonteinen van licht zouden komen.

We hebben die avond gevierd zoals we dat gewend zijn, met lekkere hapjes, spelletjes, drankjes enzovoort. En even over half twaalf dan pak ik mijn Bijbel en lees een gedeelte. En dan vouwen we allemaal onze handen en sluiten onze ogen en we danken God voor alle goede dingen die Hij ons het afgelopen jaar heeft gegeven. We laten het jaar als het ware in ons gebed door onze herinnering gaan. We bidden voor het volk Israël, God’s volk, wat het zo zwaar heeft. We bidden voor zieken. En uiteraard vragen we de Heer ook Zijn zegen over het nieuwe jaar. Het is toch een moment waarop je even stil staat en zowel achterom als vooruit kijkt. En vooruit kijkend, weten we dat wij in Zijn hand mogen zijn.

Even voor twaalfen waren we klaar en toen was het wachten op de klok. Toen de laatste seconden van dat jaar weggetikt waren en het nieuwe jaar begon, wensten we elkaar met een dikke kus een gelukkig, gezond en gezegend nieuw jaar.

Daarop stormden de kleinkinderen naar de voordeur, want zij wilden niets missen van het vuurwerk. Lachend volgden wij hen. Buiten gekomen was het vreemd stil. We hoorden de eerste ontploffingen van vuurwerk, maar het was alsof er een deken over ons heen lag. En dat was ook zo. De mist van eerder die dag was enorm veel dichter geworden; zo dichte mist had ik nog nooit gezien! Vol goede moed pakte mijn oudste zoon zijn grootste en duurste vuurpijl en hij stak het lontje aan. Pffff…. en weg wèg was de vuurpijl. Letterlijk! We hoorden niets en zagen HELEMAAL niets van de prachtige kleuren van de ontploffing, die op dat moment zeker boven ons hoofd moest plaatsvinden. Al het vuurwerk verdween letterlijk in de mist! We staakten het afsteken maar en zagen, dat iedereen dat deed. Het was echt zinloos.

mooi vuurwerk... maar we zien er niks van!

Het zal kwart voor één geweest zijn toen onze dochter met haar man en hun kinderen weer huiswaarts gingen. Per slot van rekening worden kinderen vóór zeven uur wakker, ongeacht hoe laat ze naar bed gaan. Dus als je als ouder nog wat slaap wilt hebben blijf je niet te lang zitten. Ze waren net weg toen mijn dochter belde. De mist was zo dik dat ze niet konden zien waar ze waren! Wij, mijn vrouw en ik, besloten ook maar naar huis te gaan.Wij wonen in dezelfde wijk als onze oudste zoon en zijn vrouw, dus het zou wel meevallen. Dachten we.

Het begon al toen ik de auto wilde keren. Niets bijzonders, het is een hele brede straat. Maar het vervelende was, dat ik echt helemaal niets zag. Als ik een blinddoek voor gehad zou hebben zou ik niet minder gezien hebben. Van wat er buiten de auto was dan natuurlijk. Achteruit rijden ging nòg, vertrouwende op het gepiep van het achteruitrij alarm. Maar vooruit rijden… Toen ik over de helft van de weg was (voor mijn gevoel dan) durfde ik nauwelijks nog verder vooruit, bang plotseling de zijkant van een geparkeerde auto te zullen raken. Knipperlichten maar in de alarmstand gezet, hoewel je dan nog minder ziet!

Voorzichtig dan maar weer achteruit steken en dan toch maar weer opnieuw vooruit. Toen ik (voor mijn gevoel) in de juiste rijrichting stond ben ik maar uitgestapt. Ik bleek midden op straat te staan. Ik keek nog even goed en stapte weer in en reed een meter. Weer uitstappen. Kijken. Zó ben ik de straat uitgereden. Het is een brede straat, maar wel met klinkers, dus geen middenstreep. Toen ik rechtsaf gegaan was (op het gevoel min of meer) zag ik een andere automobilist die zijn auto midden op de weg had staan en werkelijk gen idee had waar hij was. We gingen toch maar stapvoets rijden. Mijn vrouw hing uit het rechterraampje en hield de berm met de stoeprand in de gaten,

volg de strepen

zelf keek ik beurteling vóór de auto en uit mijn zijraam. Als ik een witte lijn zag kon ik mijn positie op de weg bepalen, maar zodra die lijn ophield was het binnen no-time weer raden waar we zaten. Helaas was dit een weg waar je mocht inhalen, dus met onderbroken strepen. Op dat moment had ik er een lief ding voor over gehad als het een doorgetrokken streep was geweest!

Op de ventweg stond een radeloze fietser die verbaasd en geërgerd vaststelde dat ‘dit geen doen was zo’. En dat was ook zo. De weg leek eindeloos. Na verloop van tijd zouden we weer rechtsaf moeten, dat wist ik. Maar wat er ook gebeurde, mijn vrouw zag geen opening in de stoeprand en de berm aan haar kant. Ik was ervan overtuigd dat we de afslag blijkbaar toch gemist hadden, toen we eindelijk rechtsaf konden. Daar stonden meer auto’s met alarmlichten aan. Zodra zij doorhadden dat wij reden (nou ja, kropen) kregen we prompt een sliert auto’s achter ons aan, die probeerden afstand te houden omdat wij immers niets konden zien en wel eens zouden kunnen verongelukken. Aan de andere kant moesten ze dicht genoeg bij ons blijven om onze achterlichten en alarmlichten nog te kunnen zien. En het zicht was zo slecht, dat ik een groepje jongens, die de weg over staken dwars voor onze auto langs, pas zag toen ze vlak voor de motorkap langs liepen.

ik zie een auto!

Het heeft ons bijna een uur gekost om thuis te komen, (normaal een ritje van nog geen 5 minuten) telkens de wegmarkeringen volgend. Onze dochter met haar gezin was thuis gekomen omdat een fietser op de rondweg (verboden te fietsen) voor hen uit gefietst was en af en toe was afgestapt om te kijken waar hij precies was.

Toen ik mijn auto parkeerde, bedacht ik hoe belangrijk die witte streep op de weg eigenlijk voor ons geweest was. Ik had daar nog nooit zo goed over nagedacht. Iemand heeft die witte lijn op de weg geschilderd, ver voordat ik in zo’n dichte mist terechtkwam. Zonder die streep, had ik echt niet geweten waar precies op de weg ik was; ik had dan wel op de andere weghelft terecht kunnen komen. Een ongeluk was niet onwaarschijnlijk geweest…

Wanneer ik deze ervaring omzet in een les voor mijn geestelijk leven, dan zie ik die witte streep waarop ik mijn vertrouwen gesteld heb als het Woord van God. Door de Heilige Geest geïnspireerde mannen hebben die streep al heel lang geleden op de weg aangebracht. Miljoenen mensen hebben zich sindsdien aan deze richtlijn gehouden.

Wanneer de levensstormen op ons afkomen, of wanneer we ons daar plotseling middenin bevinden, kunnen we erop rekenen dat de Bijbel ons dwars door de storm zal leiden. We kunnen onze zekerheid vinden in het Woord van God – zelfs als we verder totaal geen uitkomst meer zien. Die zekerheid noemen we ‘geloof’ en – inderdaad – soms is het blind geloof. Soms hebben we geen flauw idee waar we heen moeten. Maar dit weten we wel: God leidt ons en blijft bij ons – wat er ook in het verschiet ligt.

‘Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad’

(Psalm 119:105)