Vele geloven – en het is allemaal hetzelfde. Of niet?

vele religies, veel wegen naar hetzelfde doel?

Je hoort dat mensen wel eens zeggen, dat alle godsdiensten uiteindelijk naar dezelfde God leiden, zoals er vele wegen naar Rome leiden. Ik heb geprobeerd van een aantal grote religies wat kernpunten te benoemen. (wat is het fijn dat er internet is!) Ik heb geprobeerd dat met respect te doen en vraag een ieder die hierin fouten ziet te bedenken dat die fouten er dan onbewust ingeslopen zijn; ik ken deze religies niet uit eigen ervaring en moet het dus doen met wat ik aan informatie kan vinden.

Boeddhisme: een religie die je geen godsdienst kunt noemen omdat men geen god aanbidt. Men probeert aan de hand van waarheden (door de Boeddha vastgelegd) een beter begrip te krijgen van tevredenheid en ontevredenheid en men volgt principes (‘de waarheden’ genaamd) om te komen tot inzicht in lijden en ontevredenheid. Door de regels van ‘het achtvoudig pad’ probeert men op betere manier te leven en door oefening en perfectionering van karaktereigenschappen te komen tot één van de vier verheven geestestoestanden. Deze geestestoestanden worden toegeschreven aan ‘de goden’ (die kènt men dus wel) de Boeddhist gelooft in karma: resultaten (zowel positief als negatief) van je houding in dit leven hebben gevolgen voor volgende levens. (reïncarnatie) Men gelooft door eigen werken op een gegeven moment (na meerdere of vele levens) een niveau te kunnen bereiken van de goden: een gelukzalige toestand. Mocht men het hoogste niveau kunnen bereiken dan eindigt de reeks van levens, men behoeft niet met een nieuw leven te beginnen en komt in een constante gelukzaligheid, het Nirwana; men is dan ‘verlicht’. Men kan echter ook door een verkeerd karma zijn veroordeeld tot een lijdend bestaan. Het Boeddhisme kent vele stromingen. De Boeddhisten verwachten een nieuwe Boeddha, een nieuwe leermeester zoals Boeddha voor hen was.

Binnen het Hindoeïsme zijn monotheïstische stromingen (het geloof in 1 god, bijv. Brahma, Shiva of Vishnu), polytheïstische stromingen (meerdere goden) en Monistisch (de ziel van de mens en God is één en dezelfde) De hare krsna (Nederlands: Hare Krishna) gemeenschap, yoga, transcedente meditatie en tantra zijn hindoeïstische stromingen. Men kent (vooral in India) het kastenstelsel: een hiërarchie van groepen mensen in onderscheiden klassen. Als men tot de laagste klasse behoort is men een ‘onaanraakbare’. Deze mensen hebben het heel zwaar. Veel Hindoes zijn vegetariër; zij hebben respect voor alles wat leeft. Koeien worden bijzonder vereerd. Hindoes hebben in huis ook beelden van goden waarbij geofferd, gebeden en gemediteerd wordt of met zangerige stem wordt voorgelezen uit oude geschriften of mantra’s worden gezegd. Hindoes geloven in reïncarnatie en zelfrealisatie: het bereiken van het allerhoogste niveau en tot god terugkeren. Het Hindoeïsme kent uiteindelijk vele goden en godinnen, waarbij sommigen de reïncarnatie van een eerdere god zijn. Hindoes geloven dat god zich in een mensengedaante (avator) kan openbaren (Krishna, Boeddha).

Van Maitreya wordt gezegd dat hij Krishna (en de Heer Jezus!) ‘overschaduwde’, dus voor zover het de Hindoes betreft, is Maitreya de een geschikte kandidaat voor de Kalki-avatar, (en hij noemt zich tevens de Messias, de Christus, en de Boeddha) de avatar voor het komende tijdperk, het “tijdperk van rechtvaardigheid”. De Kalki-avatar is de laatste openbaring van god in een mensengedaante, in het Hindoeïsme genaamd ‘de Ruiter op het witte paard’. (zie ook openbaring 6:2 !!)

Taoïsme: een Chinese filosofie. Een Taoïst probeert zich niet te verzetten tegen de loop der dingen, maar daar in mee te gaan. (zoals het riet buigt bij wind) de begrippen Yin en Yang (elkaars tegengestelden, die elkaar aanvullen) komt uit het taoïsme. Men gebruikt een boek, de Tao Te Ching, het boek van de weg en de kracht, een boek wat uitleg geeft over hoe te handelen in het leven; richtlijnen die ritmisch worden gelezen. Een andere Chinese filosofie is het Confusianisme, naar de stichter Confusius. Het Confusianisme kent zes deugden: menselijkheid, gehoorzaamheid, rechtvaardigheid, fatsoen, trouw en wederzijds respect. Evenals het Boedhisme en het Taoïsme kan het Confusianisme niet echt worden gezien als een godsdienst, maar meer als een filosofisch systeem en levensregels.

Islam: een monotheïstische (1 god) godsdienst met meerdere stromingen met als grootste: het Sjiisme en het Soennisme. Islam betekent: ‘overgave, onderwerping aan god’, (‘Allah’ is arabisch voor ‘God’) het zich overgeven aan god’s wil, wetten en besluiten. Het heilige boek voor de moslims is de Koran. De profeet die de Islam stichtte is Mohammed. Moslims geloven dat Mozes en Jezus profeten waren, die werden opgevolgd door de laatste profeet Mohammed. Er zijn veel parallellen met de Bijbelse verhalen, maar er zijn eveneens veel verschillen. In de Koran wordt met respect over de Thora en de rest van de Bijbel gesproken; Joden en Christenen worden ‘mensen van het Boek’ genoemd. Echter, eveneens in de Koran wordt opgeroepen zowel de Joden als de Christenen om te brengen als zij zich niet bekeren tot de Islam. Moslims proberen zich te houden aan de vijf zuilen van de Islam: de geloofsbelijdenis, de dagelijkse (5 x) gebeden, het geven van aalmoezen, het overdag vasten in de maand ramadan en het maken van een bedevaart naar Mekka. De Moslim houdt zich aan voedselvoorschriften. (wat bij Joden ‘kosher’ is, is bij Moslims ‘halal’) Slechte daden kunnen gedeeltelijk worden gecompenseerd door het vervullen van religieuze plichten, onderwerping aan de wil van God en het doen van goede daden.

De islam leert dat elk mens bij het eindoordeel de gevolgen van zijn daden moet dragen, waarbij wordt gekeken naar zowel de goede daden als de slechte daden. Een mens kan het Paradijs verdienen, maar ook (tijdelijk) straf ontvangen in de hel. Eeuwige straf krijgen zij, die God’s bestaan ontkenden. Moslims streven naar één wereldomvattende Islamitische staat, waarbij alle mensen de wil van God doen. Dit streven kan een gewelddadige vorm (Jihad) aannemen.

symbolen religies

Vergelijkend

Als we deze religies en filosofieën vergelijken met het Christelijk geloof en het historische fundament ervan, het Joodse geloof, zijn er absoluut overeenkomsten. Enkele van de meest in het oog springende overenkomsten zijn de richtlijnen voor een goed en eerlijk leven, het doen van wat goed is en het proberen te vermijden van wat verkeerd is. Wat daar interessant aan is, is de reden dat de gelovigen van deze religies deze richtlijnen nodig hebben.

Het Boeddhisme leert dat je ‘het goede’ moet doen om het Nirwana te bereiken, een toestand van goddelijkheid. Je doet ook je best om in ‘een volgend leven’ niet teveel slecht karma mee te hoeven zeulen. Die angst voor gevolgen bij reïncarnatie (opvolgende levens) is ook voor de Hindoeïsten een goede reden om ‘het goede’ te willen doen. Ook de Hindoeïsten trachten het niveau van ‘het goddelijke’ te bereiken. Bij het Taoïsme is ‘het goede te doen’ een filosofie die los staat van religieuze redenen. Bij de Islam is ‘het goede doen’ voorwaarde om (uiteindelijk) het Paradijs ‘te verdienen’.

Dit is het grote verschil

Zowel de Torah als de Bijbel leren echter duidelijk dat ‘het bereiken van het niveau van god, of ‘het goddelijke’ een leugen is. Het is zelfs de eerste leugen, gesproken door de leugenaar van den beginne!

De Torah en de Bijbel spreken ook over de hemel of het paradijs. Maar niet, zoals de Islam leert, dat de mensen die kunnen verdienen. Want dat ‘verdienen’ van de hemel: dáár zit nu juist het grote verschil! Zowel het Jodendom als het Christendom leert dat de mens van nature zondig is, niet in staat om te voldoen aan de eisen van een heilig God. Om in de hemel te komen moet een mens voldoen aan de hoge normen van God en geheel zondeloos zijn. Omdat dat in tegenstelling is met de aard van de mens heeft God Zelf voor de oplossing gezorgd. In de tijd van het Oude Testament door middel van een offer in de vorm van een schuldeloos dier (lam, rund, duif bijvoorbeeld) die het definitieve Offer van God symboliseerde: het offer van Jezus Christus, toen hij als zondeloos Lam van God stierf en daarmee ‘betaalde’ voor de zondeschuld van de mens. God, Die Zelf de Weg is tot zowel de hemel (het paradijs) als de vervolmaking van de mens. Niet de mens zelf, die worstelend zichzelf probeert te verbeteren om zodoende de hemel te verdienen, maar God, Die ons de hemel schenkt door het offer van Christus. En God Zelf die door Zijn Heilige Geest in ons werkt en ons wil vormen naar Zijn beeld!

Geeft de Bijbel dan geen normen en richtlijnen? voor een goed en eerlijk leven?

Jazeker wel! In de vorm van de tien geboden, maar eveneens in de vorm van vele voorschriften en uitleggingen. Zo legde de Heer Jezus uit dat ‘het fundament’ van de tien geboden ‘liefde’ is. De Bijbel is een hoogstaand Boek, een boek vol poëzie, ware verhalen, bemoediging en verlossing. De normen en richtlijnen in de Bijbel dienen om de mens te laten zien hoe God wil dat wij leven. Ze zijn het meer dan waard om zoveel mogelijk nageleefd te worden. De Heer Jezus zei niet voor niets bij meerdere gelegenheden: “Gaat dan heen en zondigt niet weer!”: Hij verwacht nadrukkelijk dat wij er een andere levensstijl op na gaan houden! Maar deze wetten en richtlijnen dienen niet om uiteindelijk zelf iets te ‘verdienen’. Genade is onverdiende verlossing.

Zij, die God’s genade door het offer van de Heer Jezus Christus afwijzen,
worden bij het oordeel voor de Grote Witte troon veroordeeld op grond van hun eigen zondige toestand.

Zij, die het offer van de Heer Jezus Christus, onder berouw voor de eigen zonden,
en onder dankzegging hebben aanvaard, verkrijgen door genade de toegang tot de hemel.
Hun zonden zijn hen vergeven; kwijtgescholden: de Heer Jezus betaalde daarvoor met Zijn bloed.
Zij zullen worden beoordeeld op grond van hun goede werken;
datgene wat ze hebben gedaan uit liefde voor Jezus en ontvangen daarvoor loon.