Waarom we blijven geloven (2)

Vorige week eindigden wij met de vraag: ‘waarom blijven wij geloven?’ Hebreeën 11:13-16 biedt drie antwoorden op die vraag.

I. We leven volgens een andere standaard.

“Al de vorige week genoemde mensen (de helden in het geloof: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Isaëx en Jacob) leefden nog steeds door het geloof toen ze stierven. Ze hebben de beloofde dingen niet ontvangen; ze zagen ze alleen en verwelkomden ze op afstand. En zij gaven toe dat vreemdelingen en bijwoners (vluchtelingen) waren op aarde. (vers 13) Al deze geloofshelden leefden en stierven zonder ooit volledig te ontvangen wat God hen had beloofd. Ze waren als matrozen die de kustlijn ver weg zagen en aan de reling stonden te zwaaien en te roepen: ‘Kijk, daar is het! Wat een prachtig land! En kijk naar al die mensen! Ze zwaaien terug naar ons!’ “De matrozen zien het land, maar hun schip bereikt niet de kust. Dus varen ze verder, met hun herinneringen aan een haven die ze nooit lijken te bereiken maar waarop ze vast hopen. Christenen zijn vreemdelingen op aarde. In onze steeds kleiner wordende en steeds drukker wordende wereld worden we er voortdurend aan herinnerd dat we ‘niet van hier’ zijn. We horen ergens anders, in een rijk dat niet zichtbaar of aanraakbaar is. We hebben een groene kaart die zegt: “Inwoner van de hemel.”

II. We sterven met een andere hoop.

Maar er is meer aan dit verhaal. “Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland.” (vers 14-16a). John Wesley, de vader van de methodistische beweging, placht te zeggen: “Onze mensen sterven goed.” Goed sterven is vandaag iets van een verloren kunst. We praten er niet over, prediken er niet over en denken er niet over na, en we leren onze mensen zeker niet hoe ze het moeten doen. We hebben rouwverwerkingscursussen die mensen helpen die geliefden hebben verloren. Maar wanneer was de laatste keer dat je een les bijwoonde over hoe goed te sterven?

memento mori: gedenk te sterven

De puriteinen zagen de dingen anders. Ze predikten veel aan hun volk over hoe goed te sterven – vol van geloof en hoop en vreugde in de Heer. Hiermee bedoelden ze niet hoe je je eigen dood moest plannen en ze waren ook niet van plan te suggereren dat je op de een of andere manier een plotselinge, onverwachte dood kon voorkomen. Maar zij wilden de mensen trainen zodat ze tot het einde van hun leven zouden leven met een bewust, blijvend geloof in Jezus Christus, en dat ze een vreugdevol getuigenis zouden geven aan de toeziende wereld die ze achterlieten.

Recht op geluk in deze verkeerde slechte wereld?

Ik denk dat we op de een of andere manier ons doel, onze betekenis en onze rol kwijt zijn geraakt. Onze voorouders geloofden in twee verschillende werelden en begrepen dat dit de eenzame, arme, nare, tegenvallende, moeilijke en korte wereld was. Zij Ze begrepen dat deze wereld je het ultieme geluk niet kan brengen en dus leefden zij voor die andere, nog komende wereld!

Je bent arm als je het alleen van deze wereld verwacht

Tegenwoordig verwacht men eigenlijk alleen het geluk hier op aarde te vinden, (‘het leven is kort; geniet ervan’) maar onze zoektocht naar geluk veroorzaakt alleen maar wanhoop. De reden: als je niet in een andere, hogere wereld gelooft; als je alleen in de vlakke materiële wereld om je heen gelooft, als je gelooft dat dit je enige kans op geluk is -als dat is wat je gelooft- dan ben je niet een beetje teleurgesteld als deze wereld je geen blijdschap, geluk en rijkdom schenkt, nee, dan ben je ronduit wanhopig, want dan is alles waarop je hoopte je ontnomen.

Ik hoor hier niet!

De veel betere hoop is het geloof dat er een andere wereld is. Hebreeën 11 noemt het een “een beter, dat is een hemels, vaderland”. Een bekend gospellied genaamd ‘This world is not my home’ zegt het op deze manier: ‘Deze wereld is niet mijn thuis. Ik ben gewoon een voorbijganger. Mijn schatten liggen opgeslagen in de hemel. De engelen wenken me vanuit de open deur van de hemel en ik kan me niet meer thuis voelen in deze wereld!’

Kijk vooruit!

Spurgeon geeft ons deze hele boodschap in slechts één zin: “Onze verwachting is ons grootste bezit.” Die zes woorden vatten het hele christelijke leven samen en waarom we blijven geloven. We hebben “de verwachting” van iets veel beters dan alles wat deze wereld te bieden heeft. Tegen het einde van zijn preek past Spurgeon de tekst op deze manier toe: ‘Verwacht niet dat de mensen van deze wereld je als één van zichzelf zullen behandelen – als ze dat doen, wees dan bang. Honden blaffen niet naar een vertrouwd iemand; ze blaffen naar vreemden. Wanneer mensen je niet meer belasteren en vervolgen, wees dan bang. Als je een vreemdeling bent, blaffen ze van nature naar je. Verwacht geen troost te vinden in deze wereld. Dit is onze herberg, niet ons huis. We blijven hier een nacht; we zijn weg in de ochtend. We leven volgens een andere standaard en we sterven met een andere hoop. Dood voor de gelovige is niet hetzelfde als wat het is voor de ongelovige. Voor hen die Jezus kennen, leidt de dood naar Huis, ons eeuwige huis, naar de plaats waar we, wanneer we daar aankomen, zullen zeggen: “Hier hoor ik Thuis.”

III. We zoeken naar een andere beloning.

Onze tekst eindigt met een woord over onze hoop voor de toekomst. “Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid.” (Hebreeën 11:16) Hebreeën 11 vermeldt twee keer het idee van een stad. Vers 10 zegt dat Abraham op zoek was naar “een stad” met eeuwige fundamenten, ontworpen en gebouwd door God. Nu, in vers 16 wordt ons verteld dat God die stad al heeft voorbereid. We kunnen hier veel dingen uithalen, maar laten we ons concentreren op waar het bij steden allemaal om gaat. Ze gaan allemaal over mensen! Als je ooit in een grote stad hebt gewoond, dan begrijp je wat ik bedoel. Steden zijn drukke plaatsen. Het concept van de hemelse stad betekent dat we niet langer alleen zullen zijn. We zullen voor altijd bij de Heer en zijn volk zijn. En alles wat we nodig hebben, is binnen handbereik.

Een Christen in zonde: intriest

We kunnen het wel proberen, om ons thuis te voelen in deze wereld. Er is altijd wel een excuus. Wanneer we verstrikt raken in de wereld – zoals we allemaal van tijd tot tijd doen – merken we dat het uiteindelijk onze blijdschap wegneemt. Een Christen die in zonde leeft is er ellendig aan toe. We kunnen zondigen – en dat doen we zeker – en we kunnen echt domme keuzes maken – en dat doen we – en soms kunnen we lange tijd volharden in zondige manieren – maar ware Christenen kunnen niet echt gelukkig zijn als ze leven met zonde. Die wereld is niet onze wereld. Soms schamen we ons voor elkaar, vaker nog schamen we ons voor onszelf. Er zijn van die momenten…

  • Je vroeg vergeving – en deed het daarna opnieuw.
  • Je hebt verloor je goede humeur
  • Je hebt te veel gegeten.
  • Je zei iets onaardigs over een vriend.
  • Je hebt een belofte gebroken en hebt het verdoezeld.
  • Je hebt iemand anders de schuld gegeven.
  • Je overdreef het goede wat je deed om er nog beter uit te komen.
  • Je kon niet stoppen met klagen.
  • Je weigerde om te bidden.
  • Je hebt gezondigd in het geheim.
  • Je vermoordde in je gedachten.
  • Je hebt overspel gepleegd in je hart.
  • Je was hard tegen je kinderen.
  • Je hebt je geloften aan God verbroken.

Als je lang genoeg op deze manier eerlijk en kritisch in de spiegel kijkt, voel je je ongetwijfeld slecht over jezelf. Romeinen 3:23 ‘allen hebben gezondigd’ is ook van toepassing op Christenen. Daarom benadrukte Maarten Luther de rechtvaardiging door geloof als de belangrijkste leerstelling van het geloof. Het is onze enige hoop op de hemel. Als we van plan zijn om goed genoeg te leven om daar te komen, zullen we er nooit komen.

Groei

Wanneer je jong bent en net begint in het christelijke leven, ga je ervan uit dat je nog een lange weg te gaan hebt en je denkt bij jezelf: “Ik heb een heel leven om in genade te groeien.” Ook al weet je dat je nooit de perfectie zult bereiken in dit leven, je gaat ervan uit dat je door de jaren heen veel dichter bij God zult gaan leven. En terwijl je worstelt met verschillende zonden, slechte gewoonten en negatieve neigingen, stel je jezelf gerust met de gedachte: “Op een dag zal ik een beter persoon worden.” Per slot van rekening, wanneer iemand ons op een zwak punt wijst, wat zeggen we dan gewoonlijk? “Daar wordt aan gewerkt” wat betekent: “Geef me tijd en ik word beter.”

Mits je tijd van leven hebt…

Maar wat als je niet lang genoeg leeft om zelfs maar de meest elementaire vooruitgang te boeken die je wilde maken? Dan zul je moeten sterven zoals je nu bent. Dat is een schokkende en ontnuchterende waarheid. Je kijkt omhoog naar het scorebord van het leven in de veronderstelling dat je nog minstens 30 jaar speeltijd hebt en dan, tot je ontsteltenis, laat de klok nog maar 20 seconden over aan speeltijd. En de klok loopt!

Wat doe je dan?

Het is de genade van God of het is helemaal niets. “God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is.” Romeinen 5:8 Gewoonlijk gebruiken we dit vers als we evangeliseren naar ongelovigen. Maar let op het woord ‘nog’. Nog steeds zondaars! Het woord ‘nog’ komt van een klein Grieks woord ‘eti’. Christus stierf voor ons terwijl we ‘nog’ zondaars waren. Maar dat woordje ‘eti’ geldt ook voor ons. We waren en zijn nog zondaars. Als wij heengaan mogen we dat in het vertrouwen doen dat Christus voor ons stierf terwijl wij nog steeds een zondaar waren.

God schaamt Zich niet!

“Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.” Romeinen 10:11 Als wij op de Heer Jezus vertrouwen zal dat vertrouwen nooit beschaamd worden. Hebreeën 11:16 vertelt ons iets nog wonderbaarlijks: God schaamt Zich niet om de God te zijn van zeer onvolmaakte mensen die op hem vertrouwen. Hij kijkt nooit vanuit de hemel neer en zegt: ‘Jij bent zo’n loser; Ik ben klaar met je’.’

Waarom blijven we geloven?

Omdat er geen God is zoals onze God en geen Redder zoals Jezus. Hij ziet ons niet zoals we nu zijn, maar zoals we ooit zullen zijn. Hij heeft ons voor de hemel bestemd en ongeacht hoeveel fouten we onderweg maken, Zijn genade is meer dan voldoende om ze allemaal te dekken. Ik stel mijn geloof op het feit dat Christus voor mij stierf terwijl ik nog steeds een zondaar was!

Een ieder een gezond en gezegend 2018 gewenst!





Eén reactie:

  1. Pingback: Waarom we blijven geloven, deel 2 | Silvia's Boinnk!!!

Reageren is niet mogelijk